Marinus Brouwer geeft in de Stadscolumn zijn kijk op Kampen, auto’s en het leven.
30 KILOMETER
Iedere keer dat ik mijn fiets wilde pakken, was ie weg. Mijn oudste zoon krijgt inmiddels een aardig postuur dus zijn oude fiets was gewoon te klein voor hem geworden. Vanwege zijn lange benen pakte hij mijn fiets. Nou vond ik dat eerlijk gezegd niet zo heel erg. Want ik ben redelijk gemakzuchtig. Alles wat ik met een auto kan doen, doe ik met een auto. Snel, comfortabel, veilig.
Onze Seicento is een prima stadsauto, boodschappenauto en korte afstandsauto. Mensen die ook klein rijden snappen me. Ik ben gewoon een beetje vergroeid met dit autootje. Toch zeurde in mijn achterhoofd steeds een stemmetje dat het de hoogste tijd was wat meer aan gezonde beweging te gaan doen.
In coronatijd begon ik met rondjes lopen. Tja want veel was er niet te doen en van dat stilzitten werd ik knap lamlendig. Inmiddels loop ik dankzij corona nu bijna iedere avond een rondje. Maar ik deed nog steeds teveel met de auto. Met de huidige brandstofprijzen is het geen gekke gedachte die ieniemienie kleine stukjes op de fiets te gaan doen. Dus ik ging zoeken naar een fiets.
Via Marktplaats vond ik een mooie. Niks elektrisch. Gewoon nog een normale ambachtelijke fiets en van degelijke makelij.
Ik reed naar Zwolle. En daar stond ie. Ik probeerde ‘m uit. De fiets reed goed. Het zadel wiebelde wel een beetje. De aardige verkoopmeneer stond al klaar met een stuk gereedschap om het zadel vast te draaien. “Zo goed?”, vroeg hij. Ik probeerde ’t nog een keer. “Nee”, zei ik, nog wiebelend op de fiets. Hij draaide het zadel nog vaster. “En nu?”, vroeg hij met een toon van: nou moet het goed zijn. ”Eh… nee”, zei ik heel voorzichtig terwijl ik naar zijn gezicht keek dat nu niet zo heel harmonieus meer stond. “Hhmpf”, zei hij een beetje geagiteerd.
Zijn vrouw had de oplossing. “Wilt u misschien een kopje koffie meneer Brouwer?” Dan kan mijn man rustig even sleutelen -zonder dat wij er met onze neus boven op staan- tot het zadel goed zit.” Ik kreeg een zalige tuinstoel en een lekker bakje koffie. De fiets kreeg een ander zadel en toen ik het weer probeerde, zat het zadel prima en ook nog eens goed vast. De meneer keek nu dik tevreden en wilde nu wel koffie. We hebben zelfs nog een kopje koffie genomen omdat we nu gezellig met zijn drieën aan de praat raakten. Leuk die ontmoetingen via Marktplaats. De dag daarna regelde ik in Dronten een betere fietsendrager. Ik was nu helemaal klaar voor een sportieve prestatie.
Een paar dagen daarna was het koud en het miezerde. Ik had afgesproken een rondje te gaan lopen. Ik moest wel eerst naar het startpunt rijden. Ik pakte de autosleutels en mijn jas en sloop héél zachtjes naar de achterdeur.
“Ga je lopen schat?”, vroeg mijn vrouw vanuit de voorkamer. “Ja..ah”, zei ik. “Waarom hoor ik dan gerammel van autosleutels?” vroeg ze. “Het regent”, zei ik. “Dus ik wilde de auto pakken”. “Niks ervan”, zei mijn vrouw. “Dat is een klein beetje miezer. Bovendien je hebt dat ding toch om een reden gekocht? Je gaat maar mooi met de fiets”. In de meeste discussies heb ík natuurlijk gelijk dus nu kon ik, heel ruimhartig, voor deze keer de eer wel aan haar geven. Ik liet de autosleutels op tafel liggen en ik stapte op de fiets richting Penningkruid. Ik kan met veel trots vertellen dat ik al een paar mini tochtjes heb gefietst en in totaal mijn eerste 30 kilometer er al op heb zitten.
( Stadscolumn #52 | Kampen Online | 28 februari 2023 )