Afgelopen najaar ging er een schok door Nederland toen bleek dat kinderen in ons rijke land zonder eten naar school gaan. Raadslid Piet Bergstra (Hart voor kampen) wachtte niet af en startte zelf een onderzoek. Hij wilde weten of dit ook in Kampen voorkomt en benaderde 6 basisscholen.
De verontwaardiging was groot, vrijwilligers gingen broodjes smeren en Den Haag maakte miljoenen vrij om kinderen eten te geven op school. Hoe groot is het probleem van armoede en slecht eten onder kinderen in Kampen eigenlijk?
Piet Bergstra: “Volgens mij is dit niet eerder onderzocht. Als ik zo’n reportage zie gaat me dat door merg en been. Ik wil dan weten of dit probleem ook in Kampen voorkomt. Ik ben gelijk op onderzoek uitgegaan en heb verschillende scholen aangeschreven. Uit de reacties die ik ontving blijken er helaas ook in Kampen kinderen zonder ontbijt naar school te gaan. Dat vind ik stuitend”.
Uit onderzoek blijkt dat dit onderwerp regelmatig wordt besproken binnen schoolteams. Een van de directeuren: “Onlangs hadden wij een schoolontbijt waarbij er ook gesprekken op gang kwamen tussen de leerkracht en kinderen. Wij hebben een aantal leerlingen die ‘s morgens niet ontbijten. Soms zijn kinderen op zichzelf aangewezen en moeten voor zichzelf zorgen. Soms wordt er ‘s morgens bij de supermarkt nog snel een croissantje of donut gekocht. Het betreft dus niet alleen leerlingen die niet ontbijten, maar ook leerlingen die ongezonde voeding krijgen. Wat opvalt tijdens het schoolontbijt is dat sommige leerlingen dan ontzettend veel eten, en geen rem lijken te hebben.”
De eerste resultaten heeft Hart voor Kampen inmiddels gedeeld met verantwoordelijk wethouder Van den Belt. Hij was blij met de aangereikte informatie. De wethouder: “Het is natuurlijk niet alleen het feit dat een kind zonder ontbijt naar school komt, maar ook het verhaal erachter verdient onze aandacht. Daar ga ik werk van maken”.
“Laten we hopen dat we dit snel kunnen oplossen. Met een lege maag naar school is niet goed. Goede voeding is belangrijk voor de concentratie en het plezier op school”, besluit Bergstra.
