Het komt voor dat echtgenoten in de veronderstelling verkeren dat na verloop van tijd de tussen hen gemaakte huwelijkse voorwaarden niet meer van toepassing zijn omdat ze feitelijk met elkaar leven alsof getrouwd in wettelijke gemeenschap van goederen en daardoor de echtgenoten alles, ieder voor de helft, in gezamenlijke eigendom zouden hebben.
Huwelijkse voorwaarden vervallen echter nooit, tenzij u deze bij notariële akte door de notaris laten wijzigen/opheffen door het maken van nieuwe huwelijkse voorwaarden (die bijvoorbeeld inhouden dat u toch in algehele gemeenschap van goederen bent gehuwd).
Indien u oude huwelijkse voorwaarden heeft en deze niet eens “afstoft” door ze op actualiteit te laten beoordelen door de notaris, kan het zijn dat aan het einde van uw huwelijk (door overlijden of door echtscheiding) dit grote ongewenste fiscale/financiële gevolgen heeft, aangezien wet- en regelgeving nu eenmaal aan veranderingen onderhevig zijn, en dit van grote invloed kan zijn op het resultaat van de uitwerking van uw huwelijkse voorwaarden.
Voorheen werden huwelijkse voorwaarden gemaakt, houdende ‘koude uitsluiting’, vanwege de mogelijke aansprakelijkheid of faillissementsrisico van de ondernemer. Dat is nu niet meer de trend, wegens die ongewenste gevolgen.
Koude uitsluiting betekent dat er geen enkele gemeenschap van goederen tussen de echtgenoten bestaat, maar dat ieder zijn eigen vermogen heeft. Het blijkt dat de huwelijkse voorwaarden na zoveel jaar huwelijk vaak niet meer aansluiten bij de dan actuele wensen van het echtpaar.
In de jaren ’60 en ’70 was het niet ongebruikelijk dat onroerend goed, bijvoorbeeld de woning, alleen op naam werd gesteld van de man. Op grond van de oude gemaakte huwelijkse voorwaarden houdende koude uitsluiting zit dan de actuele waarde van deze woning helemaal in de erfenis van de man. Hierdoor is zijn erfenis veel groter dan het vermogen van de vrouw; en als de vermogens van de echtgenoten zo zijn verdeeld dat de ene echtgenoot (ouder) een groot vermogen heeft en de andere echtgenoot (ouder) een klein vermogen, dan gelden die verhoudingen ook als het gaat om hun erfenissen. Omdat hun kinderen dan in de ene erfenis veel erven en in de andere erfenis weinig, kan het zijn dat én niet optimaal gebruik wordt gemaakt van hun vrijstellingen én dat een te groot deel van hun verkrijging is belast met 20% erfbelasting.
In oude huwelijkse voorwaarden werd soms de zogenaamde ‘koude uitsluiting’ aangevuld met een periodiek verrekenbeding van inkomen. Daarbij moesten dan jaarlijks tussen de echtgenoten de overgespaarde inkomsten worden verrekenend. Uit de praktijk blijkt dat dit maar zelden werd gedaan.
Zowel onderling als richting de Belastingdienst kan dit op problemen stuiten bij het einde van het huwelijk, dus bij echtscheiding, of het overlijden van de eerste van het echtpaar. Het is daarom belangrijk een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding alsnog uit te voeren.
Wat ook voorkomt is dat een van de echtgenoten ten tijde van het huwelijk een eigen onderneming dreef die toen nog niet veel waarde had. Beide echtgenoten waren in deze onderneming werkzaam, maar de vrouw veelal in loondienst. De onderneming werd een groot en zeer waardevol bedrijf. Bij echtscheiding bleef het opgebouwde vermogen in deze onderneming van de oprichtende echtgenoot en de andere echtgenoot had financieel het nakijken. Bij overlijden kan dit ook nadelige fiscale gevolgen hebben.
Herkent u zich hierin?
Maak dan een afspraak met ons om dit in een gratis gesprek met u door te nemen.
Bel 038-332 55 55 / 038-385 10 30 en kom bij IJsseloevers Notarissen, voor méér informatie en een advies op maat !