Column Iris Boter ~ Ik ben een hanger..

512

 

Iris BoterIk ben een hanger..

In 1989 stapte ik, schuchter grietje uit Wijhe, voor het eerst van mijn leven over de stadsbrug van Kampen, op weg naar het toelatingsexamen van de kunstacademie.

Ik werd aangenomen en in 1993 kwam ik hier wonen. Mijn leven speelde zich af tussen de ijkpunten academie, het huis boven de Zeeman waar ik woonde, de Moriaan en het station. Daarbuiten kwam ik nooit.

In die tijd was de studentenwereld in mijn beleving volledig gescheiden van die van de Kampenaren.

Een Kampenaar, dat was iedereen die niet op de academie zat. Je sprak er eens een in een winkel of op het station, en verder niet. Ik had er niet echt een mening over. Vooral omdat ik voornamelijk met mezelf bezig was.

Wij ontwikkelden de theorie dat als je langer dan zeven jaar in Kampen bleef wonen, dat er dan iets op DNA-niveau Kampers werd. Je kon dan wel verhuizen, maar je zou terugkeren, of altijd iets van Kampen in je dragen. En wij zagen overal om ons heen bevestigingen van onze theorie. Je had van die kunstenaars, waarover gefluisterd werd: ‘die is blijven hangen.’ Je trof ze aan in ’t Kroegje en je herkende ze aan verloren dromen en weemoedige blikken.

Ik was vastbesloten om de dag na mijn diplomauitreiking Kampen onmiddellijk te verlaten. Ik wilde naar een Grote Stad om daar groots en meeslepend te leven, en zeker niet in een rijtjeshuis met hypotheek en huisje boompje beestje terechtkomen.

Maar toen gebeurde het onvermijdelijke. Een paar weken voor de diplomauitreiking liep ik mijn Grote Liefde tegen het lijf. Ook een student die was blijven hangen. Vooruit, ik zou nog even in Kampen blijven om deze liefde de kans te geven, dacht ik.

Inmiddels woon ik hier bijna eenentwintig jaar. Drie keer zeven jaar. En ja, er is iets veranderd. Iets in mij is Kampers geworden. Op oude kaarten of google Earth kijk ik nu eerst naar Kampen, en al lang niet meer naar Wijhe.

Ik hou van deze stad, waar voorbije eeuwen nog voelbaar zijn tussen de straten. Waar ik inmiddels ontzettend veel mensen ken, Kampenaren en hangers. Kampen heeft de voordelen van een stad: een bios, een bieb, een polikliniek en een Hema. En de voordelen van een dorp: binnen 5 minuten sta ik in de weilanden en als ik me eenzaam voel, fiets ik even naar de Oudestraat. Geheid dat ik iemand tegenkom.

Ik voel me hier thuis, met man en kind, boompje beestje, in ons rijtjeshuis met hypotheek. Ik ben een Kampenaar.

En de ultieme bevestiging van mijn Kampenaarschap is toch wel dat ik gevraagd ben om columns te schrijven voor Kampenonline.

Iris Boter is schrijver en illustrator. Haar werk is te vinden op www.irisboter.nl en ze blogt op www.boterletters.net

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP