Column Centurion – ‘Een dooie hond’

156

Bello was een trouwe hond en werd als een gezinslid beschouwd. Graag ging Bello met de baas op pad. Aan hondendrolterreintjes had Bello een hekel. Daar liep Bello op hoge poten om de drollen heen. Daarom liet de baas Bello elders uit. Hij had altijd een rood zakje bij zich; niet als een schijnbeweging om boetes te ontlopen, maar om er daadwerkelijk de keutels van Bello in te doen en af te voeren.
Centurion kleinBello werd ouder. De wandeltochtjes met de baas werden korter en korter. Op een avond lag Bello voor de deur te wachten tot de baas thuis kwam. Bello was blij hem te zien en verwelkomde de baas hartelijk.

De volgende morgen lag Bello dood in de mand in de woonkamer. Bello was gestorven op de mooie hondenleeftijd van veertien jaar.
Bello werd door het gezin in een bos begraven. Een paaltje markeerde het graf. Netjes werd er ten stadhuize in Kampen gemeld dat Bello dood was.
Volgens de ambtenares kon de hond niet dood zijn, want er was geen verklaring van een dierenarts dat de hond met een spuitje was gedood.
En daarom weigerde ze de hond als dood te (laten) registreren.
Er werd (niet door de ambtenares) nog geopperd om Bello op te graven en om als bewijs het karkas op de balie van het gemeentehuis te poneren, doch dat ging de familie te ver.

Uiteindelijk konden ze via een procedure Bello als dood laten registreren. Er moest eerst via de computer een DigiD-code worden aangevraagd en daarna moest er voor de ambtenarij een verklaring worden afgelegd via een computer-formulier. Dat heeft men braaf gedaan. Bello was immers een brave hond.

Centurion

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP