Dromen van Kampen – Dolf Schinkel

566

DROMEN VAN, VOOR EN DOOR IEDEREEN DIE ZICH VERBONDEN VOELT AAN KAMPEN

Door: Diana de Groot

Dolf Schinkel – Atelier in Zuid Frankrijk

Dolf 3Zittend op een hoge kruk naast zijn houten werkbank zit Dolf. Druk telefonerend gebaart hij me na binnenkomst in zijn atelier op de kruk tegenover hem plaats te nemen. Liever loop ik al wachtend nog wat rond om -nieuwsgierig als ik ben- het houtsnijwerk te bekijken. Ook glijden mijn ogen over tal van krantenknipsels waarin aandacht voor onder andere zijn alter ego ‘Ridder Dolf’. Vakman op menig front. Dolf onderbreekt mijn gedachten: “Ja ja, Ridder Dolf! Tijdens één van mijn publieke optredens stelde ik mezelf voor als ridder ‘Gauillaume de Beaujeu’, waarop de kinderen aangaven: ‘zo heet jij helemaal niet, jij bent Ridder Dolf!”. Het telefoongesprek is afgelopen. Ik loop naar de kruk. Dolf schenkt koffie in. We proosten op het gesprek. Op zijn droom.

Wereldberoemd?
“Ha! Ja, in Nederland! Vanaf het moment dat de kinderen me ridder noemden, is het hard gegaan met de optredens als ridder. Ook vanaf het moment dat ik met de buurt protest heb aangetekend tegen de omvangrijke nieuwbouw van woon- en zorgcentrum Margaretha. Dit deed ik namelijk als ridder te paard bij het gemeentehuis. Eigenlijk is het gegroeid. Via de houtsnijwerkpresentaties die ik gaf. Ik besloot een keer iets anders aan te trekken dan de gebruikelijke ‘boerenkiel’ en koos voor mijn optreden kleding in de stijl van de Middeleeuwen. De ridderoutfit die ik droeg zat als gegoten en de rol die daarbij hoort is mij ook op het lijf geschreven. Het geheel sprak aan. Ik werd steeds meer gevraagd. Ik sloot mij aan bij een Middeleeuws genootschap, die al snel over elkaar rolden van de meningsverschillen. Toen heb ik met een vriend onze eigen stichting gevormd: ‘Ridders van de IJssel’. Het ridderschap is een rol die ik overigens bloedserieus neem. En één waarin ik serieus weggezet wil worden. Eigenlijk is het geen rol meer, kruip ik in de huid van mijn tweede ik.”

Dolf of Ridder Dolf?
“Je praat nu met Dolf. Je ziet en hoort me zoals ik ben. Dolf speelt geen toneel. Wie ik ben? Iemand die recht voor z’n raap is. Altijd. Wind ‘er’ geen doekjes om. Ik heb dan ook niets met onduidelijke en oneerlijke mensen. Beschouw dit niet als arrogantie, wel bepaal ik zelf wie mijn vrienden zijn. Dit staat haaks op het gevoel dat ik het liefst allemansvriend ben. We verblijven namelijk maar korte tijd op deze aardkloot. Ik vind het zonde om deze kostbare tijd te spenderen aan negativiteit, ruzies en onenigheid. Laten we het gedurende die tijd alstublieft gezellig houden met elkaar. Laten we elkaar vooral wat gunnen! En vanuit die gedachte samenwerken. Dan ontstaan de mooiste ideeën en creaties. Daarnaast ben ik een contactmens. Ook hiervoor geldt overigens een kanttekening. Wanneer ik alleen met mijn vrouw Emy en/of gezin ben, kun je me rustig ‘contactgestoord’ noemen. Die privacy is me heilig.”Dolf 4

Mens en kennis
“De workshops die ik nu al twintig jaar geef, verschaffen best veel mensenkennis. Ik schat de mens en zijn of haar eigenschap vaak goed in. Uiteraard moet ik mijn mening wel eens bijstellen. Dit doe ik, ook na een discussie waarin de ander mij weet te overtuigen van een ander gelijk. Door mensen met hun meningen, waarden en overtuigingen leer ik. Niet alleen door de mens ‘nu’, maar ook door het gedrag van de mens in het verleden. Geschiedenislessen zeg maar. Deze maken me ook wijzer. Neem bijvoorbeeld de periode vanaf de Romeinse kruistochten tot aan 1.400. In die periode hebben veel volksverhuizingen plaatsgevonden, zowel in Europa als in het Midden-Oosten. Allemaal op macht belust. Veldslagen die nipt gewonnen dan wel verloren werden en daarmee de toekomst bepaalden. Die er dus ook heel anders uit had kunnen zien. Ik lees de geschiedenis als een jongensboek. Omdat ik me probeer te verplaatsen in die tijd. De vergaarde kennis deel ik, zonder mijn gelijk te willen halen, graag met anderen.”

Jouw droom?
“Ik zou kunnen dromen dat alle religies door één deur kunnen. En dat iedereen genoeg te eten heeft en dat er geen oorlogen meer zijn. Dat zou ik kunnen dromen. Ik vind het echter meer een vanzelfsprekendheid. Ik vraag me eerder af hoe het kan dat er oorlogen bestaan. Ik ben echter geen moraalridder. Wel ridder. En dat brengt me bij mijn droom. En die begint met een vakantie op een camping in Zuid-Frankrijk aan de Cezé. Ik neem altijd mijn ridderoutfit mee, omdat we altijd middeleeuwse evenementen in de regio bezoeken. Zo ook op die bewuste dag. Gepast gekleed liepen we het betreffende terrein op. Iedereen staarde ons aan. De Fransen vroegen zich af wie wij waren. Dominique ontmoette ik daar. Met hem had ik direct een klik. Via hem werd ik geïntroduceerd binnen de Tempeliersgroep Les Blancs Manteaux. Ik wilde me graag bij hen aansluiten. Eerst werd daar door de groep ietwat gereserveerd op gereageerd. De Fransen zijn nu eenmaal erg chauvinistisch. De leider van de groep gaf echter aan dat ik één van hen was, heel diep in hun geschiedenis zit, en heette me welkom. Eerst nog wat aarzelend, maar gaandeweg de seizoenen en activiteiten ben ik inmiddels ingeburgerd en één van hen geworden. Inmiddels ga ik al jaren met veel plezier naar ze toe. Ze willen zelfs dat ik daar naar toe verhuis. En dat, ja dat zou ik heel graag willen. Daar droom ik over en fantaseer ik beelden bij.

Ik zie mezelf werken als houtsnijbewerker in een buitenatelier ‘overkapt’ met grote luifels met daaronder werkbanken. En in het fantastische Middellandse zeeklimaat! Daar werken vanuit het gedachtegoed als tempelier en ridder om minder bedeelden te helpen. Hier word ik al snel gezien als ‘clown’. Daar word je serieus genomen. Is er respect voor het uitdragen van cultuur en geschiedenis. Zowel door de jeugd als door de ouderen. Je wordt zelfs aangesproken als ‘monsieur’. Als dat te realiseren is, ben ik vertrokken! Helaas is dat op dit moment niet het geval. Onverantwoord zou het nu zijn om mijn vier kinderen en vier kleinkinderen hier achter te laten. En meenemen is geen optie.”

dolf 5Wat droom je voor Kampen?
“Ook voor Kampen zou ik graag willen dat we elkaar niets misgunnen, maar juist de koppen bij elkaar steken om gezamenlijk de stad beter, mooier en commerciëler te maken. Er is decennia lang veel veranderd en dat komt de identiteit van de stad niet ten goede. Denk bijvoorbeeld aan het verdwijnen van een aantal grote bedrijven als Berk, Moes, Tramos, Schokbeton, enzovoort. Maar ook opleidingen als de Kunstacademie, de School voor Journalistiek en Theologie. Het lijkt wel alsof Kampen de laatste jaren alle kanten op gevlogen is. Ik mis de coördinatie over hoe we ons als stad willen positioneren in zowel Nederland als daarbuiten! We zijn tenslotte een prachtige stad, waarin het toerisme veel meer uitgebuit kan worden!

Kijk eens naar al het moois wat er is. We hebben drie bijzondere stadspoorten, een prachtige toren, stadsmuur, vloot, water en bovenal een rijke geschiedenis. Draag het ‘wij als Kampenaren’ uit met verve en trots. Nu wordt onze prachtstad louter geassocieerd met ‘dat gereformeerde stadje’. Terwijl wij zoveel meer in huis en te bieden hebben! We zijn een pracht Hanzestad met dito verhalen. Mijn idee? Richt een team op dat zich specifiek bezighoudt met het organiseren en uitwerken van plannen die bijdragen aan het floreren van onze stad. Maak in het bijzonder een plan om toeristen aan te trekken. En blijf hier bovenop zitten. Bewaak het. Vooral: doe het! Betrek hierbij niet alleen het bestuur, maar ook de ondernemers (waaronder horeca), Kogge(werf), stadsgidsen en verhalenvertellers. Ik zie het gebeuren tijdens mijn stadswandelingen. Mensen willen best een hele dag vermaakt worden in deze mooie stad. En nogmaals, gun elkaar hierin de samenwerking met als doel een gezamenlijk succes voor onze stad!