Het was koud en guur aan de IJsselkade. Het was eigenlijk zoals het hoort te zijn; Een koude intocht, met het verlangen naar warme chocolademelk, thuis op de bank. Maar niet voordat de grootste kindervriend aller tijden met een warm welkom was binnengehaald. En wat was het welkom hartverwarmend. Wat glunderden en glinsterden er vele kinderoogjes. Blanke kindjes, deels zwart geschminkte kindjes, bruine kindjes, zwarte kindjes; Ik keek om me heen en zag ze, allemaal, ongeacht de kleur, met hun blik gericht op de boot die daar aan kwam varen.
En daar kwam hij dan, Sinterklaas met zo’n 200 zwarte pieten. De kinderen zongen, zwaaiden met vlaggetjes en riepen de Pieten naar zich toe, met de handjes vooruit gestoken, in de hoop dat 1 van de Pieten daar wat pepernoten in zou leggen. Lieve Pieten. Mijn blik viel op een jongetje van een jaar of 5, met een donkere huidskleur en gekleed in een kleurig pietenpakje. Een glimlach van oor tot oor leek hij als een onbetaalbaar sieraad op zijn gezichtje te dragen. Het deed me denken aan vorig jaar, het moment dat ik zelf, in dienst van Sinterklaas, bij de intocht aangesproken werd door een vrouw wiens kindjes graag met me op de foto wilden. Ze vond me zo’n mooie zwarte Piet, zei ze. En een dikke knuffel van 2 lieve kinderen volgde na de foto. Een zwarte Piet, met 2 donkere kindjes…
Om 12 uur zaten we voor de tv. Met warme chocolademelk en belachelijk veel slagroom. Mijn jongste zoon vond het Sinterklaasjournaal vorige week elke dag geweldig. Wat de zogenaamde grote mensen allemaal riepen over wit of zwart of gekleurd, dat ontging hem volledig. Er was een verhaal, in een journaal en Sinterklaas kwam. Klaar. En of daar nou witte of zwarte of gekleurde Pieten bij zouden zitten, het zou hem een zorg zijn. Want de boot wiebelde in de storm, zei hij. En misschien waren de Pieten wel in het water gevallen, en zaten ze in het ruim om warm te worden en was al het roet wel van hun gezichten af gegaan in het water. Of misschien was dat gewoon niet zo. En ik? Ik dacht, het is wel goed. Het is hun verhaal, niet het onze. Niet een verhaal wat doordrenkt is met vooroordelen, met haat die alleen onder volwassenen heerst en niet in onze pure kinderen. Het zijn de volwassenen die de discussie voeren en die de basis leggen voor dezelfde rancune bij de kinderen, maar heel stiekem vraag ik me af; Als we eens alle kinderen bij elkaar zouden zetten, alle kleuren door elkaar en we zouden hun laten kiezen, zouden we daar dan met zijn allen, als volwassenen, niet een heleboel van kunnen leren..?