Onbegrip..
2 september 2015. Het levenloze lichaampje van de 3-jarige Aylan Kurdi spoelt aan aan de Turkse kust. De boot waarin hij met zijn ouders en 5-jarige broer zat, sloeg om toen ze probeerden te vluchten vanuit Syrië. De enige die het overleefde was de vader. Als je al van overleven kan spreken, wanneer je hele gezin omkomt, terwijl je juiste vluchtte om in veiligheid te komen.
Gelukszoekers; Dat is de term die om de haverklap viel. Want als je een regering niet aan kan vallen, dan is het logisch dat je de vluchtelingen aanvalt. De toch al kwetsbare, gebroken en getraumatiseerde mensen die inderdaad geluk zoeken; Geluk in de vorm van vrijheid en veiligheid. En ga eens bij jezelf na; Zou je dat zelf ook niet doen?
We zijn er als land zo goed in om onszelf een “wij-gevoel” aan te praten als het gaat om de oorlog in óns land. Hoe WIJ hebben geleden in 40-45, vooral degenen die pas ver na de oorlog werden geboren. En we herdenken ónze vrijheid, alsof we 1 of ander superieur ras zijn. Want oh wee als een buitenstaander, een gelukszoeker, ook graag ónze veiligheid wil ervaren, onderdeel wil zijn van een land waar het luchtalarm alleen klinkt op de eerste maandag van de maand, als oefening, in plaats van meerdere keren per dag, om dreiging.
In 2015 verdronken er wereldwijd bijna 5.400 mensen die probeerden een veilige haven te bereiken. Het gevaar was bekend en hoe wanhopig moet je zijn als je de gok dan alsnog neemt. Hoe verscheurd je land, hoe groot je angst, hoe onzeker je toekomst? En dan vlucht je, met je smartphone, je sieraden, je documenten in plastic verpakt. Om aan te komen in een land waar het je kwalijk wordt genomen dat je “dure spullen”hebt. Ik moet gelijk denken aan de talloze oorlogsfilms en documentaires die ik heb gezien, over hoe de meest kostbare spullen zorgvuldig werden ingepakt of in andere gevallen, vluchtig werden meegegrist. Het was een logische handeling, maar ook in deze situatie zou er meer begrip zijn voor de vluchtelingen in de tweede wereldoorlog, dan dezelfde handeling van de vluchtelingen uit laten we zeggen Syrië. Om over alle andere landen nog maar te zwijgen.
De groep mensen die kan vertellen hoe de tweede wereld oorlog voor hen was, wordt steeds kleiner. We kunnen lering trekken uit de ontelbare documantaires en verhalen, die ons tot in detail meenemen naar de gruwelijkheden die zich voltrokken in ons eigen land. We kunnen ons verplaatsen in het verdriet en het leed, inleven in hoe het voor onszelf zou voelen als wij toen zouden hebben geleefd. Wat een geluk, dat het overgrote deel van ons niet uit ervaring weet hoe dit voelt. En gelukkig mogen wij herdenken hoe we als land bevrijd zijn, de offers die daarvoor gebracht zijn en de velen die daarvoor het leven hebben gelaten. 40-45, toen er geen social media was die hartverscheurende foto’s wereldwijd verspreidde. Toen hier minderheden ook moesten vluchten of onderduiken, toen hier de bommen vielen en het luchtalarm naderend onheil aankondigde.
Gelukszoekers? Het mag best wat toleranter. Een uitzondering bevestigd nooit een regel. Want stel dat jij in het Nederland van 40-45 zou wonen, in angst en onzekerheid en je zou kunnen vluchten naar een land zonder oorlog; Wat zou je dan doen? En vraag je eens af; Wat maakt dat jou dan?
Nog een aantal weken, dan herdenken we de doden en vieren we de vrijheid. Een vrijheid die voor iedereen vanzelfsprekend zou moeten zijn en die wat mij betreft gedeeld moet worden wanneer het er is. Of hebben de helden ons land alleen bevrijd voor degenen die zich Nederlander mogen noemen? Verdienen we uiteindelijk niet allemaal het geluk wat vrijheid brengt..?
José Snel