In de IJssel bij Brunnepe is een koggewrak gevonden.
Nu wordt er door de heer David Bouman het idee naar voren gebracht om het koggewrak onder water ten toon te stellen.
Voorop dient te worden gesteld dat er altijd geprobeerd moet worden ergens iets van te maken. Dat geldt ook voor het koggewrak-idee van de heer Bouman.
Van degene die met een idee komt, mag verwacht worden dat hij met een antwoord komt op de verschillende aspecten en vragen over de haalbaarheid en licht werpt op het belangrijke financiële kader. Dat doet de heer Bouman niet en dat is teleurstellend.
Een haalbaarheidsonderzoek zou zo’n honderdduizend euro moeten gaan kosten.
Dat kan als weggegooid geld worden beschouwd. Ook de gemeenteraad van Kampen had ernstige twijfels en wilde voorlopig niet verder gaan dan een geldsom van dertigduizend euro, eventueel te verhogen met vijftigduizend euro.
Door schepen met enige diepgang is het kasteel van het koggewrak er af gevaren.
Rijkswaterstaat heeft twee grote prioriteiten en dat zijn de waterafvoer van de IJssel en de veiligheid van het scheepvaartverkeer op de rivier. Een toeristische “attractie” op de bodem van de rivier met een hoop poespas is niet reëel. (Het koggewrak ligt enkele tientallen meters uit de rivieroever en in een vaarroute.)
Het is zeer onwaarschijnlijk dat Rijkswaterstaat zal instemmen met een onderwateraquarium in de IJssel. Eén gemeentelijk telefoontje met Rijkswaterstaat zal duidelijkheid hebben kunnen verschaffen. Daar zijn geen tienduizenden euro’s onderzoeksgeld voor nodig.
Mocht Rjkswaterstaat instemmen met de onderwaterplannnen -wat niet te verwachten is- dan komen alsnog de onbeantwoorde (financiële) aspecten aan de orde:
Hoe is de veiligheid gegarandeerd? Hoe veel (weinig) mensen zijn er te verwachten? Hoeveel geld moet er ieder jaar -door de gemeente Kampen- ingepompt worden? Daar hoeft geen duur bureau voor ingehuurd te worden. Dat kan een ambtenaar die geteisterd wordt door minder werk (als gevolg van minder projecten) ook uitrekenen.
Kortom een ludiek idee van de heer Bouman, doch onrealistisch.
Van het eventueel bezichtigen van het koggewrak op het land moet men zich ook niet al te veel voorstellen. Het bootwrak in Ketelhaven heeft weinig publiek getrokken.
De tienduizenden euro’s die besteed gaan worden aan “onderzoek” voor het koggewrak kunnen beter besteed worden aan de restauratie van de palingboot van Reumer. Deze palingligger behoort tot het maritieme erfgoed en is uniek in Nederland.
En tenslotte heeft Kampen al een varende kogge. En daar valt meer plezier mee te beleven dan aan een koggewrak; boven of onder water.
Centurion, 18-2-2014.
