Klaagzang, en hoe komen ze op die naam?

1679

Door Alex de Jong @ Attest Communicatie

Heus, ik klaag niet snel, maar ik meende het toen ik vlak voor de kerstdagen al riep: van mij mag het snel weer 23 graden worden. Tijd voor de korte broek. Ik ben dit weer van de afgelopen weken zo spuugzat! Harde wind, steeds nú en nooit dán regen… hoe vaak ben ik al niet natgeregend omdat ik als duurzame tekstschrijver de fiets in plaats van de auto pak? Bah!

Die harde wind vind ik nog wel oké. Nu ik begin dit jaar heb besloten om meer aan mijn conditie te doen, beter te letten op wat ik eet (en sinds kort ook op wat ik drink), is een beetje harde wind om al ploegend tegenin te gaan, iets wat mijn doel (afvallen en meer conditie krijgen) alleen maar helpt. Maar die regen? Waar is dat toch goed voor? Ik weet zeker dat zelfs de boeren al flink klagen, dus stop ermee!

Waar is de zon als je hem nodig hebt? Zit er misschien nog iets te weinig CO2 in de lucht? Op dit soort dagen denk ik cynisch ‘die global warming gaat nog veel te langzaam’. Ja, heus. Voordat je nu moord en brand begint te schreeuwen: het komt niet door mij, hoor. Dat het steeds een beetje warmer wordt in Nederland. Ik ben daar niet voor verantwoordelijk. Ik rijd geen auto, maar gebruik al meer dan vijftig jaar de benenwagen of de fiets. Ook vlieg ik niet drie, vier keer per jaar naar leuke vakantiebestemmingen omdat het allemaal zo goedkoop is. Daar heb ik als kleine zelfstandige geen geld voor. Nee, zelfs niet voor al die goedkope vliegreizen, waardoor vrijwel iedere groen linkse hotemetoot jaarlijks driemaal rond de aarde kan vliegen. Dus, heus, het ligt niet aan mij. Ik moet het doen met schoenen die al dat regenwater niet meer kunnen keren, zodat mijn tenen de halve dag soppen in kletsnatte sokken. Ik moet het doen met een jas die niet meer droog en warm te krijgen is van alle natte tochtjes buiten. Maar hoor je mij klagen?

Het voordeel is dat ik stevige benen en dikke ballonkuiten heb en dus moeiteloos tegen de harde wind in kan ploeteren. En ach, soms heb ik ook wel eens wind mee, want het is heus niet allemaal kommer en kwel (hoewel ik dat natuurlijk liever niet toegeef, want dan ondermijn ik mijn klaagzang). Dus: de wind komt meestal van alle kanten, ik fiets er altijd tegenin en het slaat een gordijn van water in mijn smoel. Zo erg, dat deze brillenjood vaak boos en agressief de bril van zijn neus trekt en in de fietsmand smijt. Simpelweg omdat ik mij dan nog liever zonder bril door het verkeer beweeg.

Bah. Ik houd alleen maar van regen als ik hoog en droog binnen zit. Dan, wanneer ik lekker warm en tochtvrij naar buiten kijk, glimlach ik om het huilen van de wind rondom het huis. Maar de afgelopen weken zat ik weinig binnen. Als duurzame tekstschrijver vloog ik van afspraak naar afspraak, sprak ik her en der interessante mensen, tekende mooie verhalen op, schreef persberichten, sfeerverslagen en mooie bedrijfsprofielen. Daarmee voel ik me als een vis in het water. Soms letterlijk, wanneer de regen in straaltjes langs mijn hoofd loopt en mijn bril zo troebel is dat het bijna lijkt alsof ik een afslag heb gemist en een sloot heb gevonden.

Overal zie ik afgebroken takken, vliegt er rommel over straat of zie ik dingen die niet langer op hun plek staan. Zoals laatst, de aanhanger van Floorever. Eerder met een prachtig schreeuwend spandoek over dat ze de kampioen zijn; maar nu door de wind ineens gevloerd. Dat is wat mijn brein doet. Het zoekt naar verhalen, naar connecties, naar leuke woordspelingen en -grapjes. ‘We zijn gevloerd’ en ‘kom jij ook even aanwaaien?’ ‘Waarschijnlijk ben jij net zo ondersteboven van ons…’. Dat soort dingen. Dan ben ik ineens blij met de handige smartphone, stap ik even van de fiets en schiet ik snel een plaatje. Want een foto zegt zoveel meer dan duizend woorden.
Of zoals vanmiddag, bij die pizzaboer waarvan ik soms denk ‘waarom hebben ze toch voor die naam gekozen?’ ‘Waar slaat het op?’ Maar vandaag begreep ik het en maakten ze hun naam helemaal waar. Immers: valt er één, dan vallen ze allemaal. Dat belooft weinig goeds voor deze keten, denk ik dan meteen gekscherend er achteraan.

Maar vooral heb ik medelijden met al die jongens en meiden die straks al die omgevallen fietsen weer mogen oppakken om te gaan bezorgen. Zij trotseren weer en wind om een lekkere pizza te bezorgen aan mensen die liever droog en warm in hun huis blijven zitten. Dat is ieders goed recht, daar zal ik niets van zeggen, maar: waardeer de inzet van de jeugd dan ook eens met een extra grote fooi. Tenslotte ploeteren zij door harde wind en regen omdat jij zo graag thuis blijft zitten om zwembandjes te kweken. Als je dan toch niets extra’s geeft (ik snap het: omdat je al vooraf betaald hebt ‘en dus geen kleingeld hebt’), ga dan in ieder geval niet lopen zeuren dat het eten koud is. Als klagen het enige is wat je kunt doen, ga het dan lekker zelf halen. Met je auto. Dan wordt het vanzelf een stukje warmer hier en hoeft binnenkort niemand meer de kou te trotseren. Ook ik niet. Lekker duurzaam. Bedankt!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP