Het zal ongetwijfeld niemand ontgaan zijn. Uitgerekend op de Nelson Mandelabrug zijn 2 mannen met een homoseksuele geaardheid in elkaar geslagen. Mijn gedachten werken direct op volle toeren bij het lezen van deze locatie. Uitgerekend daar, op een brug die vernoemd is naar een groots anti-apartheidsstrijder. Een man die jarenlang heeft gestreden tegen apartheid en racisme. Ik vraag me af of de daders hier überhaupt van op de hoogte waren.
Het lijkt feilloos aan te sluiten bij mijn vorige column, waarin ik al noemde hoe er in de naam van het geloof en het daarbij horende geschreven woord, haat en geweld geuit wordt richting hen die niet leven zoals het in de religieuze geschriften van hun geloof geschreven staat. Jongens niet ouder dan 18 jaar, die met grof geweld de liefde letterlijk tegen de grond slaan. Had het niet gebeurd wanneer ze niet hand in hand hadden gelopen? Mogen degenen met een seksuele geaardheid die anders is dan ‘hoe het hoort’ volgens zovelen, hun liefde niet uiten? Geen liefde voelen?
We zijn allemaal mensen en, uitzonderingen daargelaten, hebben we behoefte aan geborgenheid, affectie en liefde. Dat er anno 2017 nog mensen zijn die klaarblijkelijk vinden dat homoseksualiteit niet past in het straatbeeld, of het een zonde vinden, bewijst des te meer dat liefde in hun ogen alleen mag bestaan, wanneer het aanzicht ervan hen niet stoort.
Hypocrisie heerst. Vooral in de bekrompen gedachten van hen die oordelen en de liefde, in een vorm die hen niet aanstaat, op hardvochtige manier bestempelen als zijnde verkeerd. We hebben het dikwijls over ‘onze samenleving’ en het woord zegt het al; Samen leven. Wat is het betreurenswaardig dat samen leven alleen blijkt te kunnen als we als kuddedieren allemaal hetzelfde doen, denken, geloven en voelen. We kunnen een vuist maken tegen dit geweld en een oordeel vellen over degenen die zich hier schuldig aan maken, maar wanneer ontspannen we onze vuisten, om elkaar weer vreedzaam de hand te kunnen schudden..?
Paideia