Normaal gesproken staan de deuren van het Stedelijk Museum aan de Oudestraat wijd open voor bezoekers. Door de coronamaatregelen is het helaas gesloten. Benieuwd naar de dromen van directeur Nynke van der Wal mocht ik er tot mijn grote genoegen – via de achterdeur – toch naar binnen en werd ik, mede door Nynkes hartelijke ontvangst, direct weer ‘gepakt’ door de gastvrije sfeer van – zoals Nynke zelf zegt – dé parel van onze prachtige Hanzestad.
Vrijwel een jaar geleden (1 april 2020) startte Nynke met haar baan als directeur van het Stedelijk Museum: “Vreemd om tijdens een lockdown aan deze baan te beginnen. We zijn meer dicht dan open geweest. Ik mis uiteraard de bezoekers en de aandacht voor de vaste en wisselende exposities, ook heb ik meer de helft van onze vrijwilligers nog niet fysiek ontmoet. Deze mensen horen – naast de vaste medewerkers – bij de museumfamilie, dus dat vind ik echt jammer! Ik kom graag in contact met anderen. Als ik mijn dromen voor dit museum wil waarmaken, lukt het alleen met deze betrokken mensen en met de bezoekers.”
Nynke (1985), geboren in de Noordoostpolder, verhuisde op haar twaalfde met het gezin naar Zwolle. “Na mijn middelbare school besloot ik een jaartje naar Spanje te gaan, op avontuur en de Spaanse taal leren. De combinatie met Barcelona, een stad vol cultuur, maakte dit dat ik mijn hart kon ophalen. In deze periode besloot ik om bij terugkomst kunstgeschiedenis in Groningen te studeren. Ik heb een groot hart voor geschiedenis, bovenal voor objecten met verhalen. Dit kan van alles zijn: straten, gebouwen en opgegraven objecten tot wat recent gebeurd is. Geschiedenis ontstaat op elk moment. Ik was al jong gefascineerd door de schoonheid van kunst. Vooral omdat kunst past in de context van een bepaalde tijd. Kunst staat nooit op zich, je kunt het altijd relateren aan iets wat op dat moment gaande was in de wereld. Dit leidt tot een kunstwerk of omgekeerd. Kunst kan ook een beweging in gang zetten. Ik kom uit een familie van kunst- en cultuurliefhebbers, dus kunst is mij met de paplepel ingegoten.”
Leren kijken
“Als je kunstgeschiedenis studeert, bereik je later niets.” Met deze stelling werd ik door verschillende mensen geconfronteerd, maar ik vond het belangrijk om te doen waar mijn passie lag. Ik trok me er niets van aan en studeerde met veel plezier. Ik vergaarde kennis en leerde kijken.” Hoe kijkt iemand naar kunst? “Iedereen kijkt met een bepaalde achtergrond. Ervaringen filteren ons kijken. Iedereen ziet iets anders in een object. Ik leerde naast beeldende kunst veel over architectuur. Daarom kijk ik niet alleen naar wat ik zie, maar ook naar het contextuele, het hele verhaal over het ontstaan. In welke streek of stad? Wie gaf de opdracht? In welke stijl is het werk gemaakt? Et cetera.”
Jan van Eyck
“Ik ben afgestudeerd op kunstschilder Jan van Eyck (1390 – 1441), naast Rogier van der Weyden een van de voornaamste vertegenwoordigers van de Vlaamse Primitieven. De opleiding in Groningen is gespecialiseerd in deze Vroeg Nederlandse Kunst. Hoogleraren, die zich in deze stroming hebben ontwikkeld, geven daar les. Ik ben aangestoken door het enthousiasme van een docent die veel onderzoek deed naar de Vlaamse Primitieven en hier boeken over schreef. Het verhaal dat hij vertelde en de manier waarop hij de studenten meenam in kijken naar kunst, grepen mij. Letten op minuscule details in schilderijen van Eyck, zoeken naar hoe je zo goed mogelijk met olieverf omgaat, maar ook zo goed mogelijk weergeven van perspectief. Zo ontstond mijn liefde voor Van Eyck.”
“Een universitaire studie is vrij theoretisch. Ik kwam er pas achter wat je er in de praktijk mee kunt doen, toen ik, onder andere bij Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam werkte, die een Van Eyck in de collectie heeft. Het is belangrijk om eigen invulling te geven aan kennis, zo kwam ik erachter dat managementtaken iets voor mij zijn. Ik blijf van de inhoud houden, mijn hart ligt echt bij de museumwereld en als directeur stuur ik op grote lijnen en daarmee kan ik bepaalde doelen c.q. dromen verwezenlijken.”
Het verhaal
“Kampen heeft een rijke geschiedenis. Het is een stad naar mijn hart. Fascinerend is dat het soms nog wat onontdekt lijkt. Het museum is gevestigd in het oude en nieuwe raadhuis, twee gebouwen met geschiedenis. Ook is er de voormalig synagoge met een geschiedenis, die mij ook erg fascineert. In het Boijmans heb ik een onderzoek geleid naar roofkunst, objecten die oorspronkelijk in Joods bezit waren. Hoe de joodse geschiedenis een plek krijgt in de synagoge vind ik niet alleen interessant, maar ook belangrijk. Wij hebben de vaste collectie in het museum, de geschiedenis van Kampen, met als topstuk de Schepenzaal. Alle objecten vertellen een verhaal en kun je in een context plaatsen. Die presenteren wij uiteraard via onze vaste collectie. We organiseren ook tentoonstellingen met hedendaagse kunst. Tenslotte willen wij ook een podium zijn voor kunst die je niet direct in dit museum verwacht. Die tegenstrijdigheid is gaaf. Zoeken naar wat elkaar net even bijt.”
Allesbehalve stoffig
“Wat mijn dromen voor dit museum zijn? Onder andere de toegankelijkheid vergroten. Hier wil ik de komende jaren met medewerkers en vrijwilligers, andere culturele partners en bewoners handen en voeten aan geven, zodat mensen hier in de toekomst nog makkelijker binnenkomen. Mijn ambitie is dat zowel volwassenen als kinderen, bezoekers aan of inwoners van Kampen van uiteenlopende exposities en de imposante eigen collectie kunnen genieten en volop verhalen ophalen over de rijke geschiedenis van Kampen. De verhalen zijn lokaal, maar hebben vaak een universeel karakter. Dit is een kans om er andere landen en culturen aan te verbinden. De tentoonstellingen met hedendaagse thema’s en kunst zij hier een geweldige aanvulling op. Soms wil ik ook iets geks doen. Mensen prikkelen om anders te kijken, vind ik echt leuk. Ik hoor soms mensen zeggen: “Dat had mijn kind kunnen maken.” Ik geniet dan, want mensen kijken naar het werk en hebben het erover. Een museum is allesbehalve stoffig!”
Tolerantie
“Die laagdrempeligheid gaat ook over de jeugd. Ik wil dat kinderen hier komen en leren over (de geschiedenis van) hun stad en ze stimuleren om erover na te denken. Mijn droom is dat kennis over andere culturen, landen en geschiedenis leidt tot meer begrip voor je medemens, waardoor meer tolerantie ontstaat. Je leert ruimer te denken. Onbekendheid met het vreemde kan leiden tot intolerantie. Ik hoop dat we als museum een belangrijke rol kunnen spelen om de verschillen te verkleinen. De bereidheid is er wel, maar misschien is het makkelijker als er een platform voor is door bijvoorbeeld goed samen te werken met basisscholen.
Wat mij zowel beroepshalve als persoonlijk motiveert, is het contact met anderen. Ik ben nieuwsgierig naar mensen. Ik droom van een wereld waarin meer tolerantie is, meer begrip voor elkaar. Uiteindelijk zijn we allemaal sociale wezens.”
Concrete ontwikkelingen
“In het afgelopen jaar zijn we belangrijke projecten gestart, waarvan een aantal gericht op de collectie (10.000 objecten deels in de zaal, deels in depot). Deze bekijken wij opnieuw goed en beoordelen of het object nog bij het museum past. Misschien past het elders beter en kunnen we het uitlenen? Ook willen we objecten online voor bezichtiging beschikbaar stellen. Daarnaast gaan we het museum herinrichten. De huidige collectie-presentatie bestaat twaalf jaar, dat is best lang. Deze presentatie is meer permanent dan de tentoonstellingen, maar af en toe wisselen zodat er iets nieuws te zien is, moet wel. De herinrichting gebeurt gefaseerd. We zijn al begonnen om de Schepenzaal beter toegankelijk te maken. De zaal, die vrijwel helemaal intact is, is uniek in Nederland. Dit verhaal moet zowel letterlijk als figuurlijk op een laagdrempelige manier bij de mensen gebracht worden.”
Canon museum
“We zijn er trots op dat het groeiende netwerk van Nederlandse Canon musea Stedelijk Museum Kampen opneemt. In deze musea sta je oog in oog met topstukken met de hoogte- en dieptepunten uit de Nederlandse geschiedenis. De collectiestukken belichten uiteenlopende verhalen uit de Nederlandse geschiedenis. De opname in het netwerk is bijna rond. Een van de vensters op de Canon-website is ‘Hanze’. Wij leveren in samenwerking met het Stadsarchief hiervoor een paar interessante objecten en verhalen en daarmee zijn wij dan officieel een Canon Museum.”
Patronen in de zomer
“Deze zomer is er een expositie van Christie van der Haak, een Haagse kunstenares die hele zalen, gebouwen en meubels bekleedt met patronen die ze ontwikkelt. Op dit moment zijn we druk met de voorbereidingen bezig. Ook hierin zoeken we de verbinding met onze partners en bewoners. Kunnen we misschien iets aan de gevel van het museum doen? Misschien willen de ondernemers in de binnenstad samenwerken? Kunnen we de jeugd bij deze expositie betrekken? Misschien is dit de belangrijkste droom: niet alleen laten weten wie we zijn en wat en voor wie we het doen, maar ook verbinding zoeken. Laten participeren in onze activiteiten. Tenslotte zijn we allemaal trots op deze parel, toch?”