Vroeger mocht ik op woensdagmiddag televisiekijken en op zaterdagavond. Al had ik vaker gewild, het had geen zin: er was niks op. We keken eerst nog zwart-wit, toen ik een jaar of zes was kregen we een kleurentelevisie. Er waren twee netten en later drie. Als er niks uitgezonden werd, zag je een testbeeld. (Bestaan die dingen nog?)
We hadden geen afstandsbediening. Je moest van tevoren bedenken wat je wilde zien en pas daarna kon je je op de bank laten vallen. Maar zappen hoefde ook niet, want er was toch niks anders op.
Een keer voor mijn verjaardag huurden we een moviebox en keken Ciske de Rat. Dat was wat. Toen ik het huis uitging, kochten mijn ouders een videorecorder (ze bezworen dat het een niets met het ander te maken had).
Zonder tv redde ik het prima op kamers, al vond ik het wel leuk toen ik er eentje kreeg van mijn vader. Zonder kabel, dus alleen Nederland een tot en met drie.
Veel tv heb ik nooit gekeken. Ik ben er te ongeduldig voor en als ik wel zin heb om te kijken, is er zelden wat leuks op.
In feite vind ik het ongelooflijk ouderwets om te wachten of te haasten omdat ergens iemand bedacht heeft dat de film om half negen dient te beginnen.
De commerciële zenders boycot ik van harte. De weerzinwekkende minachting van de kijker om dwars in een scène reclame te knallen en zo een film van anderhalf uur uit te smeren over drie uur of meer kan ik niet verdragen.
Ik internet liever. Dan bepaal ik zelf wat ik zie of lees. Maar soms heeft een mens veel zin in een luie of romantische film. Af en toe koop ik een dvd maar dat is eigenlijk ook zonde als je die maar een keer kijkt. Opnemen vergt een vaardigheid waar ik niet heel bedreven in ben: plannen. Elke week het aanbod doornemen en de boel instellen: ik vind het al snel teveel gedoe.
Films downloaden snap ik niet (of wil ik niet snappen) en lenen bij de bieb kost me handenvol geld.
Gelukkig bestaat er uitzendinggemist, zodat ik in mijn eigen tijd terug kan kijken of luisteren. Dat vind ik nou echt een uitvinding.
Het enige wat ik leuk vind om ‘live’ te kijken zijn programma’s als Ik vertrek vanwege de hilarische tweets die ik ondertussen lees.
Afgelopen weekeind zaten mijn echtgenoot en ik ons weer eens te verbazen over het schamele aanbod op zaterdagavond. Geen enkele film op de publieke zenders. Hoe is het toch mogelijk?
Om nou van arren moede dan maar het minst erge te kijken ging mij toch echt te ver en we hadden gewoon zin in een leuke film.
Toen dacht ik opeens aan Netflix, waar ik pas iets over gehoord had. Mijn eerste gedachte was: zucht, nog meer aanbod.
Maar ik keek toch maar eens. Ik meldde me aan, (eerste maand gratis tenslotte) en binnen tien minuten keken we naar onze eerste film. Op de laptop, dat nog wel, maar de volgende dag kochten we een kabeltje zodat we die avond de film op tv af konden zien.
Ik ben om. Het kost acht euro per maand en de beeldkwaliteit is prima. Het aanbod is groot genoeg. En je krijgt er geen blik tijd bij, dus ik weet niet hoeveel we echt gaan kijken.
Het enige is dat de afstandsbediening niet op de laptop werkt. We moeten dus opstaan om de film aan of uit te zetten. Dat heeft wel wat. Net als vroeger