Door Alex de Jong @ Attest Communicatie
Ik heb iets met nummers. Ze fascineren me. Persoonlijk word ik altijd erg blij wanneer de klok 12.34 aangeeft. Of 13.13, 14.14, 15.15… Maar het mooiste is wanneer de klok 11.11 aangeeft. Tenslotte ben ik geboren op de 11e van de 11e. Dus 11-11 heeft – behalve op de kalender ten tijde van mijn verjaardag – voor mij echt iets magisch. Het is ‘mijn’ nummer. Net als 111, trouwens. Of 1111. En ja, in mindere mate ook de getallen die een veelvoud zijn van 11. Vooral 22. Want 11 plus 11 is nu eenmaal 22.
Nee, heus, het is geen bijgeloof. Ik zal niet zeggen dat 11 mijn ‘geluksgetal’ is. Hoewel ik eerlijk moet toegeven dat ik het nummer wel steevast in een rijtje Lotto-getallen laat terugkomen. Toen ik nog met de Staatsloterij meedeed, was negen van de tien keer het eindgetal van mijn lot het nummer 11. Misschien had ik dat niet moeten doen. Het bracht me tenslotte geen ‘geluk’.
Nummers. Ik heb er iets mee. Ik tel graag en veel. Misschien had ik boekhouder, in plaats van journalist en schrijver moeten worden. Misschien zegt het veel over wat ik voor persoon ben. Wellicht begin je door mijn fascinatie voor cijfers nu al een beetje te twijfelen aan mijn psyche. Zal ik er dan nog maar een schepje bovenop doen? Zal ik je vertellen wat ik eigenlijk nooit iemand vertel? Ik tel ook dieren en vogels. Racend op mijn fiets, tel ik het aantal schapen in de wei, het aantal koeien dat loom gras staat te eten, het aantal eenden dat kwetterend in de sloot zwemt; het aantal ganzen dat me in vogelvlucht voorbij vliegt… Ik weet dat het niets met mijn (bestaande) liefde voor de natuur te maken heeft, maar alles met mijn (ziekelijke?) obsessie voor nummers.
Dus toen de Vereniging van Vrijzinnigen Kampen-Noordoostpolder mei 2017 op pagina 50 van De Brug een personeelsadvertentie had staan, wist ik dat ik wel moest reageren. Tenslotte was dat het jaar waarin ik vijftig zou worden. Bovendien las ik, eenmaal op de site van de VvV aanbeland, dat de Vereniging in februari 2017 haar 110-jarige bestaan had gevierd. Inderdaad 10×11, maar belangrijker nog: ze zaten dus ten tijde van mijn sollicitatie in hun 111e levensjaar!
Nummers; ik heb er iets mee. Als ik meedoe aan een schrijfwedstrijd, en de woordlimiet is tweeduizend, dan kun je erop rekenen dat ik met 33 minder dan dat aantal wil volstaan. Dan schaaf, schrap en comprimeer ik net zo lang, totdat ik die 33 woorden minder daadwerkelijk heb gerealiseerd. Niet omdat 33 nu eenmaal driemaal 11 is, maar omdat 1967 mijn geboortejaar is.
Nu ik het daar dan toch over heb: als kind had ik het me niet gerealiseerd, maar in het jaar 2000 vierde ik mijn 33e verjaardag. Correctie: dat laatste had ik me nog wel gerealiseerd (en gedacht dat ik dat nooit zou halen, want dat was ‘oud’!), maar wat ik toen niet had bedacht en wat mij gaandeweg wel begon te verbazen: iedere elf jaar daarna zou ik weer elf jaar ouder zijn. Zoals op 11-11-11, toen ik 44 jaar oud werd! Dus elf jaar daarna, op 11-11-22, mag ik 55 worden, op 11-11-33 hopelijk 66 en… Bijzonder, toch? (tenzij mijn ‘nummer’ eerder aan de beurt is en ik door de grote baas word geroepen, want dat heb ik natuurlijk niet zelf in de hand).
Ook de Bijbel heeft iets met cijfers. Correctie: ik weet dat er een aantal verwijzingen naar cijfers zijn, maar eigenlijk ken ik er maar één: 666. Het nummer van ‘de duivel’. Schrik niet, maar toen ik op sollicitatiegesprek ging, had ik wisselgeld op zak. Wisselgeld van boodschappen die mijn ‘stiefdochter’ had gehaald. Ik had haar 15 euro meegegeven en ze kwam met boodschappen ter waarde van 8,34 (inclusief zegels van de Jumbo) terug. De snelle rekenaar – dezelfde autist die mij allang heeft herkend – heeft al uitgerekend hoeveel wisselgeld je overhoudt als je met 15 euro een bedrag van 8,34 betaalt…
Precies: 6,66 euro. Ik vond het een idioot gegeven; de wetenschap dat ik met dat bedrag op zak naar een sollicitatiegesprek van een kerkgenootschap zou gaan (ik vertel hier straks meer over, maar maak nu even een sprong in de tijd).
Ik werd, na een bijzonder openhartig en mooi gesprek met het voltallige bestuur, aangenomen, kreeg dus die felbegeerde baan en werd meteen aan het werk gezet. Er moest een nieuwsbrief komen. Maar liefst twintig pagina’s zou het gaan tellen. Toen het allemaal gecorrigeerd en door mij was opgemaakt, gaf ik het ter finale controle aan toenmalige Penningmeester Jannes Bosker. Het document telde – ik durf het bijna niet te zeggen… – 6.666 woorden. Echt!
Het is alsof de duvel ermee speelt. Of God. Want die 6 euro 66 was in klinkklare munt exact 6 euro 65 (omdat de Jumbo geen centen teruggeeft), dus daarmee verdween het getal dat volgens de Bijbel gelijk staat aan het nummer van ‘het Beest’. En Jannes schrapte, zonder dat hij het wist, nog één woordje in de nieuwsbrief, zodat ook daar ineens zes duizend 665 woorden resteerden. Ik vond het bijzonder. Fascinerend.
Toeval, of…