Bijdrage van Gert-Jan Westhoff
Vandaag 6 november 1521, 500 jaar geleden, nadert de vloot van Maegelhaan haar eigenlijke bestemming: de eilanden Ternate, Tidore Motir, Makian en Bacan in de Noord Molukken. In die tijd de enige kruidnageleilanden op de wereld. Ze zijn dan, ‘27 maanden min twee dagen’ onderweg geweest. Het is het eerst dat het mensdom de wereldbol rond. Het boek ‘Over de rand van de wereld’ door Laurence Bergreen tekent deze niet eerder getoonde prestatie, misschien pas weer geëvenaard met de landing op de maan in 1969. Zijn woorden: ‘Het leidt tot een keerpunt in de geschiedenis en verandert onze kijk op de wereld.’ ‘Het is de belangrijkste zeereis die ooit werd ondernomen.’ ‘Deze reis om de aarde bracht voorgoed verandering in de westerse ideeën op het gebied van de kosmologie en van de geografie.’
Het ronden van de wereld kan ook iets eerder plaats hebben gehad toen slaaf Enrique de Malacca , afkomstig van Sumatra, gekocht in Malakka, via het oosten in de buurt van de Filipijnen weer in zijn oorspronkelijke taalgebied kwam. Dat was 25/26 maart, bij het eiland Limasawa in de Zuid-Filipijnen.
In het kielzog van de Spanjaarden stichten missionarissen kerken op de eilandjes. Missionaris P. Masonio begint een kerkje op in Labuha op Batjan, de zuidelijkste van de vijf eiland naast Halmahera in de Noord Molukken. De Nederlanders werpen voor het eerst hun anker voor Ternate uit in 1599. Simon Hoen neemt op 23 september 1609, net voor het 12-jarig bestand, Batjan (Bacan) over van de Spanjaarden. Het kerkje daar gaat over naar het protestantisme. In de haven van Labuha is het de jaren daarna een komen en gaan van Nederlanders: gouverneur Pieter Both (1611), Jan Pietersz. Coen (1613, 1618), de Nederlandse zeevaarder Joris van Spilbergen (1616).
De Spanjaarden verlaten het eilanden gebied in 1662. Niet lang daarna maakt Pieter Stippert een vaartocht rond Halmahera. De grote eilanden als Ternate en Tidore hebben al een naam. Voor de kleine eilandjes wordt rijkelijk geput uit het thuisland: Ouwerkerk, Amstelveen, Diemen, Middelburg, Medemblik, Enkhuizen. Verderop komen Deventer, Zwolle, Kampen, Marken, Ukr en Ens aan bod. Bij de bocht onder Halmahera doemen op nieuw eilandjes op. Zij krijgen de namen Hattem, Hasselt IJsselmuiden en Geelmuiden (Genemuiden). En met name deze laatste vier namen blijven de eeuwen daarna in gebruik.
De vaarroute loopt in de 19e eeuw vooral aan de zuidkant van Halmahera. Zeelieden nemen de namen over op nieuwe zeekaarten. Zodoende komen we tot ver in de 20e eeuw de eilandnamen Hattem, Hasselt, IJsselmuiden en Groot en Klein Geelmuiden tegen. Het internationaal bekende zeevaartboek ‘Sailing Directions New Guinea’ van National Geospatial-Intelligence Agency noemt de namen Groot en Klein Geelmuiden en Hasselt en in de Wereld Atlas 2000 treffen we het Molukse Hasslet aan als Pulau Hasil. Op het naast gelegen eiland Bacan staat 450 jaar later nog steeds de kerk en houdt een vitale christelijke gemeente in de erediensten de lofzang gaande.
Voor wie interesse heeft, is dit verhaal van ontdekkingsreizigers, zeevaarders, wetenschappers, antropologen, zendelingen, vierhonderd jaar zeekaarten en ‘Overijsselse’ eilandjes samengebracht in het rijk geïllustreerde boekje ‘Heimwee-eilanden’: https://westhoffboeken.jimdofree.com/heimwee-eilanden/