Door Alex de Jong @ Attest Communicatie
“Zoutkamer Kampen biedt met speciale zouttherapie lucht voor mensen met astma, bronchitis, COPD, sinusitis, hooikoorts of andere allergieën”, zo tekende ik in een persbericht uit de mond van Roland Prins op. “Ook sporters en ex-rokers hebben baat bij de halotherapie.” Prachtig, denk ik, maar ik behoor tot geen van deze doelgroepen. Dus waarom liet ik me hier ‘opsluiten’?
Ik heb nooit gerookt (nou ja, een half pakje als puber, maar ik vond het toen – gelukkig – helemaal niets en zette niet door), ik ben geen (echte) sporter (behalve op een blauwe maandag eens in de twee jaar wanneer ik bedenk dat ik eigenlijk zou moeten joggen omdat ik een buikje begin te krijgen) en last van luchtweginfecties heb ik ook niet (ik ben jaarlijks hooguit een paar keer verkouden, maar dat telt vast niet?!). Dus wat moet ik hier? Tenslotte heb ik ook geen huidaandoeningen die – door een verbeterde doorbloeding en verbeterde zuurstofsaturatie – baat zouden kunnen hebben bij grofweg drie kwartier zout inademen. De enige reden die ik kan bedenken is nieuwsgierigheid. Want wat moet ik, een gezonde man, anders in deze therapeutische omgeving? Desondanks besluit ik dat ik het maar eens moet ervaren. Alles onder het mom van: ‘baat het niet, dan schaadt het ook niet’. Maar er stond ook mij nog een verrassing te wachten…
Heilzaam zout
“Zoutkamer Kampen biedt een 100% natuurlijke en medicijnloze aanpak voor problemen met de luchtwegen en huidklachten, gebaseerd op de al eeuwenlang bekende heilzame werking van zout. In de lucht van de zoutkamer worden minuscule zoutdeeltjes via een speciale generator verstoven. Dit kan gemakkelijk tot diep in de bronchiën en sinussen worden ingeademd”, zo schreef ik. Nou, of het echt zo diep gaat, kan ik je niet vertellen. Tenslotte weet ik amper waar mijn bronchiën en sinussen zich bevinden, laat staan dat ik ze bewust kan voelen. Wat ik wel kan voelen is een lichte schaamte omdat ik een haarnetje over mijn gelkapsel heb moeten trekken. Het is nog een geluk dat mijn vriendin, ook mee uit nieuwsgierigheid, er net zo lachwekkend uitziet.
Door de neus ademen
Nog wat grinnikend kijk ik naar mijn schoenen; blauwe overtrekhoesjes eromheen. Op de achtergrond speelt een zacht muziekje zoals je die ook bij de Chinees of in de lift hoort, en vaag hoor ik hoe de geconditioneerde lucht de kamer wordt ingespoten. Zout. Ik proef zout. Zoals ik ook de zoute lucht langs onze kust meteen ‘proef’ zodra ik in de buurt ben.
‘Je moet je mond dicht doen’, zegt mijn vriendin, alsof ze een van haar kinderen vermanend toespreekt. Ik knik en doe meteen wat mij wordt opgedragen. Niet om haar, hoor. Wel vanwege het feit dat je de lucht in deze kamer nu eenmaal door je neus moet inademen. Dat is sowieso altijd beter. Door je neus ademen (ja, naar je vriendin luisteren ook, maar daar gaat het vandaag niet om). Toch doe ik dat zelden. Omdat mijn neus voor mijn gevoel ‘altijd dicht’ zit.
Zoute stengels
Ik staar door een fictief ‘raampje’ met daarachter een doorkijkje naar de ‘Dode Zee’, sluit mijn mond en snuif de zoute lucht naar binnen. Moeizaam, zoals het ademen door mijn neus altijd moeizaam gaat. Ondertussen dwalen mijn ogen door het vertrek. Het is immers niet de bedoeling dat je hier gaat zitten praten. Rustig ademen. De zoute lucht diep naar binnen snuiven. De zoute lucht in contact laten komen met sinussen en bronchiën die ik op een tekening niet zou kunnen aanwijzen; dat is wat je hier moet doen. Ik zit in een zoutkamer. Gewoon een kamer met de illusie van een grot, met zachte LED-verlichting, een stemmig muziekje en een lucht die mijn huid naar zout doet smaken. Mijn lippen proeven alsof ik een zak pretzels heb leeg gesnoept.
Bevrijdend
Ik lig lekker lui in een stoel en overweeg mijn ogen te sluiten en naar de rustgevende muzak te luisteren. Ineens schiet er ‘iets’ weg in mijn rechter neusgat (ik denk gewoon snot, maar dat schrijf je natuurlijk niet op). Ik voel hoe de door mij ingeademde lucht nu ongehinderd en heel gemakkelijk naar binnen stroomt en voel verbazing. Blijdschap. Verrassing. Natuurlijk wist ik al mijn hele leven dat ik een ‘smalle neus’ heb en dat ik daarom nooit voldoende lucht door mijn neus naar binnen kan zuigen, maar dit is…
Dit is…
Belachelijk.
Bevrijdend!
Ik begin onsmakelijke geluiden te maken, wil nu ook graag mijn andere neusgat helemaal vrij hebben, maar dat lukt me niet. Ik leg me erbij neer. Voorlopig.
Vrij ademhalen
Als Roland Prins binnenkomt en vraagt hoe ik de sessie heb ervaren, zeg ik, nog steeds verrast: ‘Ik adem eigenlijk altijd door mijn mond omdat ik door mijn neus te weinig adem binnenkrijg, maar tijdens de sessie sprong ineens een van mijn twee neusgangen open. Ik wist niet wat me overkwam!’ Prins glimlacht tevreden. Ik ben overtuigd. Ik kom terug. Ik wil mijn neus, voor het eerst in heel mijn leven, volledig open hebben. Ik wil zonder problemen kunnen ademhalen. En jij?