Vroeger als we een dagje uit gingen, werd er aan het begin van de dag steevast gezegd; “Als we elkaar kwijtraken, spreken we ‘hier’ af”, waarbij dat ‘hier’ dan refereerde aan een centraal punt op de plek waar we die dag waren. Ik denk dat het voor velen een bekend fenomeen was. Als kind hoopte je je ouders niet kwijt te raken, dus je zorgde er wel voor dat je bij ze in de buurt bleef.
Tegenwoordig gaan we eigenlijk massaal niet meer als gezin een dagje uit, zo lijkt het. Ik verwonder me regelmatig over de gebogen hoofden boven de smartphones, die de hele wereld er omheen buitensluiten. Zèlfs in pretparken, dierentuinen of waar dan ook, waar je toch zou denken dat men er niet komt voor de wifi. Zelfs in theaters waar nadrukkelijk wordt gezegd dat foto’s en andere opnames verboden zijn, lichten de schermpjes overal om je heen op. Kinderen die een voorstelling geven op school, worden door een menigte ouders gefilmd, waarbij steevast gekeken wordt naar de kleine beeldschermpjes, in plaats van naar de kinderen, die tijdens hun optreden een blik proberen te vangen van hun ouders. Een blik die gegeven wordt aan het beeldscherm in plaats van aan het kind zelf.
Met het volume op standje duidelijk hoorbaar, zonder toon te hebben gehoord toch elke minuut even checken of er niet toevallig een bericht is gemist. Dat je dat doet terwijl je een conversatie aan het voeren bent, is ‘het nieuwe normaal.’
Kennelijk hoeven we tegenwoordig niet meer verdwaald te zijn of elkaar te zijn kwijtgeraakt. We zijn elkaar al uit het oog verloren voordat we überhaupt op de plaats van bestemming zijn aangekomen. We zijn in een tijdperk beland waarin de echte aandacht voor elkaar langzaam maar zeker verdwijnt. Waar een appje makkelijker is dan even iemand te bellen en waar de lange telefoongesprekken steeds minder plaatsvinden.
“Waar spreken we af?” ..Laten we eens afspreken op een plek waar we nog aandacht voor elkaar hebben en eens wat vaker verdwalen in elkaars ogen, in plaats van in elkaars beeldscherm.
Paideia