“Moi!” zegt Lohues.
“Moi!” groet het publiek terug.
Zo begint de Drentse zanger zijn optreden op zaterdagavond 27 mei in de Stadsgehoorzaal in Kampen. Ongetwijfeld is hij de vrijdag ervoor de avond op delfde wijze begonnen.
2 avonden achter elkaar in Kampen, een stad waar hij graag komt.
Dat twittert hij ook op vrijdag: “Kampen, prachtige historische stad. Love it!”
De opening van de avond lijkt wel vooraf ingestudeerd door publiek en artiest, maar dit is kenmerkend Daniël Lohues.
In pure eenvoud een boodschap overbrengen, zonder daar moeilijk over te doen.
Ook de aankleding van het podium is pure eenvoud. De 3-letterige titel van zijn laatste album “Moi”, een stapel pallets, waarop hij regelmatig plaatsneemt en een piano.
De opener van “Moi” is ook de opener van de setlist. In “Laot Mij Mar Lekker Dit Doen” benoemt hij direct de vragen waar hij mee worstelt. Wat kan ik eigenlijk? Waar ben ik goed in, en ben ik daar wel goed genoeg voor? Dit verwoordt hij als “Iederiene kan wat ie kan/de iene kan schildern/de ander is brandweerman… Laot mij mar lekker dit doen”. Dit is niet het enige nummer van Lohues’ laatste plaat, bijna alle nieuwe nummers komen vanavond voorbij.
Ondanks de eenvoud van zijn podium en zijn liedjes, is Lohues erg spraakzaam. Het publiek krijgt een aantal geschiedenislessen voorgeschoteld. Na vanavond blijken de oude Saksen toch meer overeenkomsten te hebben met Indianen dan we ooit dachten. Een stukje muziekgeschiedenis over het ontstaan van de blues doordat Robert Johson ooit z’n ziel aan de duivel had verkocht bij Crossroads. “Da was nog ies blues, eel anders dan die carnevalsmuziek met elektrische gitaar van teeg’nwoordig”.
Hij neemt ons mee op een reis van het platte Erica, via Utrecht en Amsterdam naar het prachtige uitgestrekte en bergachtige Canada.
Daar is hij goed in, de hele avond als één geheel met liedjes en verhalen aan elkaar smeden. De liedjes die hij speelt worden verhalen, en de verhalen worden liedjes. Hij vertelt de verhalen zoals hij ze beleeft, zonder teveel franje, in zijn eigen drentse taal.
Lohues staat in zijn eentje op het podium, met gitaar, mondharmonica en piano. Toch altijd weer knap, in je eentje een hele zaal kunnen boeien.
Na het laatste nummer krijgt hij niet de gebruikelijke bos bloemen, die heeft ie gisteren namelijk al gekregen. Op eigen verzoek neemt hij dankbaar een pondje paling in ontvangst.
In de toegift mag uiteraard Skiks klassieker “Op Fietse” niet ontbreken.
In een lang uitgesponnen afsluiter “Allenig” zien we een driftig gitaarspelende Lohues die zich als rockgitarist ontpopt en er zelfs een snippet van Pearl Jam’s “Jeremey” uit weet te persen.
Daniël geniet, het publiek geniet. 2 avonden in het gezellige Kampen, volgend jaar weer 2 avonden geboekt.