Geschiedenisles met schoolplaten

923

De Hanzestad Kampen 1441

Schoolplaat Hanzestad Kampen 1441
Getekend door J.H. Isings en uitgegeven door Wolters Noordhoff. klik aan voor een uitvergroting in een nieuw venster

Cor AdemaVeel Kampenaren kennen een deel van de geschiedenis van hun stadje. Een deel van de Kampenaren weten veel over hun historische stede. Eén van hen is Cor Adema, raadslid voor het CDA, geboren en getogen in Kampen (op Zuid). Na tien minuten met hem in gesprek te zijn bij de Stadsbrug (sinds 1448) suizen je oren en weet je niet meer waar allemaal te kijken. Hij brengt ons enkele prachtige schoolplaten onder de aandacht waarin veel weergegeven wordt over Kampen en haar geschiedenis.

Schoolplaten werden gemaakt en gebruikt van globaal halverwege de 19e eeuw tot de opkomst van audiovisuele middelen en schooltelevisie halverwege de vorige 20e eeuw. Ze waren bedoeld om illustratief de lessen te ondersteunen. Volgens de destijds nieuw ontwikkelde leermethode van het zogenaamde aanschouwingsonderwijs werden de leerlingen geprikkeld om al hun zintuigen te gebruiken. Nog steeds hebben de platen een belangrijke educatieve functies, zij het dat ze ons nu laten zien hoe denkbeelden en inzichten zijn veranderd.

Wolters en Noordhoff (tot de fusie in 1968 twee afzonderlijke Groninger uitgevers) kwamen als eerste met aardrijkskundige schoolwandplaten op initiatief van de Groninger aardrijkskundeleraar Pieter Roelof Bos (onder wiens leiding de eerste Bosatlas werd uitgegeven in 1877). Er zijn vervolgens schoolplaten uitgebracht over tal van onderwerpen voor schoolvakken als biologie, geschiedenis en aardrijkskunde. Noordhoff kwam in 1934 met een laatste serie schoolplaten en Wolters in 1954.
Er bestaan twee schoolplaten van Kampen en één plaat waarin onmiskenbaar elementen van Kampen voorkomen. In dit eerste deel van een miniserie wordt De Hanzestad Kampen 1441 nader onder de loep genomen.

Hanzehandelsroutes
De routes en steden van het Hanzeverbond. klik aan voor een uitvergroting in een nieuw venster

Hanze
Gezien de vermelding van het jaartal 1441 en van de stad Kampen betreft het vermoedelijk een schoolplaat voor geschiedkundige doeleinden over de Hanze. In 1441 werd Kampen lid van het Hanzeverbond en Kampen kende een snellere en hogere bloei dan andere Hanzesteden zoals, in het oosten en midden van het land, Elburg, Harderwijk en Deventer. De naam van de Duitse Hanze duikt voor het eerst op in 1358. Deze Noordduitse stedenbond (inclusief het noorden van de Nederlanden) was geen hecht verbond en vaak traden slechts groepen van steden samen op, bij gelijke belangen of verbonden met elkaar door de ligging. Alleen rond 1370 trokken bijna alle steden samen op toen de Deense koning de handel in het Oostzeegebied, de kernactiviteit van het Hanzeverbond, geheel dreigde te overheersen.

In 1383 had Kampen al een verzoek ingediend om lid te worden van de Hanze maar dat was afgewezen door de houding van Kampen in het verleden. Al trok Kampen veel op met de Hanzesteden, ze had altijd haar zelfstandigheid weten te bewaren. Daarbij schroomde ze er niet voor om desnoods tegen de Hanze haar eigen belangen te verdedigen. Toen het belang van de Hanze toenam door verwerving van rechten in het buitenland, probeerde Kampen in 1440 opnieuw en met meer drang lid te worden. Waarschijnlijk op voorspraak van enkele bevriende steden lukte dat. De gloriejaren van zowel Kampen als het Hanzeverbond waren echter voorbij. Langzaamaan kregen de Hollanders en de Zeeuwen de Oostzeehandel in handen. Het definitief einde van de Kamper bloeitijd werd ingeluid door de verzanding van de IJssel, ondanks verwoede pogingen van het stadsbestuur om dit te voorkomen. In 2011/2012 is er een kogge gevonden in de IJssel, niet ver van de Buitenhaven, samen met een aak en een punter – twee kleinere scheepjes. Waarschijnlijk zijn deze drie vaartuigen destijds doelbewust afgezonken om de IJsselstroming te sturen.

Charter van Abel 1251
Charter van Abel over het eerste privilege in 1251 klik aan om de gehele tekst bij het Gemeentemuseum te lezen

Ommeland
In de 13e eeuw groeide de bekendheid en handel met landen rond de Oostzee. Aanvankelijk hoofdzakelijk via routes over land waarop lang niet alles meegenomen kon worden en slechts in relatief kleine hoeveelheden. Men ging over tot het bouwen van grotere en zeewaardige schepen: de kogge. Hiermee kon de vaart om Jutland gemaakt worden: “omme land”. Zo ontstond de Ommelandvaart.

De kogges hadden een groot laadruim maar waren weer minder geschikt voor binnenlandse vaarroutes. Daardoor moest de lading in havensteden vaak overgeladen worden op kleinere schepen. Kampen lag aan de Zuiderzee met een diepe IJsselmonding en had via diezelfde IJssel een goede verbinding met het (welvarende) achterland. Door deze combinatie van gunstige factoren groeide het vissersdorpje Kampen in een eeuw uit tot de belangrijkste handelsstad van de Nederlanden.

In 1251 wisten de Kamper ommelandvaarders al privileges te verkrijgen van de Deense koning, waarmee ze onder andere de vrijheid kregen om de markten in Schonen konden bezoeken. Na dit eerste privilege zouden er nog veel meer volgen. Schonen (Skåne) is een schiereiland in de zuidpunt van het tegenwoordige Zweden, in de 13e en 14e eeuw bekend om de enorme hoeveelheden haring die daar gevangen kon worden. De jaarmarkten waren echter nog belangrijker en uit allerlei landen kwamen daar de kooplieden op af. In sommige jaren lagen er wel 500 ommelandvaarders bij Schonen voor anker.

In 1983 werd er in het zuiden van Flevoland een wrak gevonden dat zeer compleet was. Samen met informatie uit andere bronnen is van 1994 tot 1998 op ware grootte een replica van een kogge gebouwd op de scheepswerf van de Nieuwe Buitenhaven. De Kamper Kogge reist regelmatig af naar Hanzefestiviteiten of andere maritieme evenementen in Noord- en Oost-Europa. Zij vormt daarmee hèt visitekaartje van Kampen. Al tijdens de bouw op de Koggewerf waren er plannen om één van de handelsroutes uit de Hanzetijd te varen. Na twee jaar voorbereiding is in 2004 de Ommelandvaart gestart maar het liep spaak door zeer slechte weersomstandigheden. Het bestuur van de Stichting Kamper Kogge heeft vorige week besloten om een nieuwe poging te wagen maar die plannen zijn nog prematuur.

Kamper Kogge
De Kamper replica van een middeleeuwse kogge uit de Hanzeperiode

Schoolplaatdetails
De schoolplaat geeft mooie details en een goed beeld van de bedrijvigheid op de strook grond tussen de IJssel en de stadsmuur van Kampen. Te midden van het haveloos geklede werkvolk, dat de lading uit de kogge haalt, staan twee rijke kooplieden in statige kleding. Zij krijgen van de schipper een kist met kostbaarheden overhandigd. De sleper naast hen komt de zware vracht ophalen terwijl rechts een vat wijn wordt weggereden. Wijn kwam uit de Rijnstreken en uit Frankrijk. Er werd namelijk niet alleen op de Oostzeelanden gevaren maar ook naar het westen en zuiden. Uit Engeland en Vlaanderen kwamen wol en Tredmolenlakense stoffen. Uit de landen rond de Oostzee kwamen goederen als pek, teer, vlas, huiden, bont, was en barnsteen. De zand- en kalksteen werd in ruwe blokken, vooraan op de kade, aangevoerd. Daar staan ook enkele molenstenen klaar van basaltsteen dat langs de Boven Rijn werd gedolven. Geheel rechts ligt een stapel turfsteen. Een sjouwer is bezig om met een hefboom de blokken te verplaatsen. De kogge wordt uitgeladen met een hijskraan die door mensenkracht wordt aangedreven, namelijk door twee personen in de tredmolen.

Op de mastkorf van de kogge troont de pennoen (mastvlag met gespleten einde) met de kleuren van de stad Kampen. Op de top staat een kruis als teken en symbool voor de christelijke zeevaart. Op het (gereven) goudgele zeil voert de kogge de zwarte rijksadelaar omdat Kampen sinds de tweede helft van de veertiende eeuw een Rijksstad is. De opbouw op het voor- en achterdek worden kastelen genoemd. Op het voorkasteel zijn twee schildjes aangebracht, de een met het wapen en de ander met de kleuren van de stad: zilver en lazuur. De voorsteven is rank gebouwd om de golven te doorklieven. Het achterschip daarentegen was groot en stevig geconstrueerd om het schip te beschermen tegen achteropkomende golven (zeewaardigheid!). Op het voor- en achterdek zijn goed afgedekte hutten aangebracht waarin men dicht op elkaar leefde tijdens de lange tochten. Door de hutten heen bereikte men de kastelen.

VisbankenDe kogge is aangemeerd voor de Vischpoort. Daar bleef nog eeuwen lang de vismarkt en stonden ook de visbanken. Vóór alles had de haringhandel betekenis. Schoenster heringhe (haring van Schonen) was Kamper roem. Voorbij de poort is het volk van de vissersschepen bezig met de aangebrachte haringvaten. De schepen, groot en klein, meren aan een steiger en de kogge aan meerpalen in de schoeiing. De schoeiing is een ander mooi detail op de afbeelding. Deze is met balken afgedekt langs de zeer slordige verzorging van de walkant. De IJssel zorgde behalve voor handelsrijkdommen ook voor drank en verfrissing. Langs de waterkant stonden zwengels en wippen. Linksvoor staat een haalboom op een rek met een emmer om te putten.

De Vischpoort stond achter het huidige Oude Raadhuis, recht voor de huidige Stadsbrug. In de (kleuring van de) straatstenen zijn de contouren nog zichtbaar. De Vischpoort (en kort daarna de nabijgelegen Melkpoort) werd in 1837 gesloopt vanwege de toenemende verkeersdruk. Op de schoolplaat zien we nog geen brug. De eerste overspanning over de IJssel kwam in 1448 toe stand. Het zelfbewuste stadsbestuur bouwde een vaste houten brug waarin één smalle wipbrug doorvaart bood aan kleine schepen. Een kogge was te groot waardoor Kampen de grote vaart naar de zee afsloot. Dat werd daarmee het uitsluitende recht van de stad. Een dergelijk eigenmachtig optreden van Kampen stuitte op veel verzet – tot de Duitse keizer aan toe – maar de stadsregering boog niet voor ongenade en boetedreiging.

Deze perikelen waren niet besteed aan de Ommelandvaarders. Soms voeren zij naar streken waar ze moesten overwinteren alvorens terug te kunnen keren. Schonen was mooi en ver maar als men Schonen voorbij voer, ver voorbij, zag je op een dag de witte krijtrotsen van Gotland uit de zee oprijzen. En op Gotland lag Visby, de sprookjesstad van het Oostland met haar 48 zware vierkante toren op hoge muren. Daar lagen de kogges romp aan romp en krioelde het op de kade van schippers, sjouwers en kooplieden. Over Visby kon je niet vertellen, alleen maar dromen en zingen.

Wie Visby binnenkomt, verliest zijn zwaarte.
Wie Visby ziet, denkt, dat hij jeugdig blijft.
Wie Visby verlaat, heeft een smart te dragen.
Visby, die rijke, die schone . . . .

Thuis leefde men achter de Kamper stadsmuren en soms daar vlak buiten, zoals op de schoolplaat. Als tegenwoordig de noodwaterkering op de IJsselkade wordt opgetrokken, kan de binnenstad zich weer, net als in de tijd op de schoolplaat, opgesloten voelen. En beschermd.

schoolplaat

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP