Marinus Brouwer geeft in de Stadscolumn zijn kijk op Kampen, auto’s en het leven.
Paradijsvogels
Een klant die ik lang geleden op een beurs had ontmoet, belde me op. Hij wilde graag langskomen met zijn auto voor een advies. Toen ik het adres gaf, riep deze uit: “Kampen?!” Uit zijn toon was wel op te maken dat hij “als inwoner van een grote stad” weinig verwachtingen koesterde van zo’n “klein plaatsje”. Toen hij een paar dagen later aankwam in mijn werkplaats gaf hij aan dat Kampen er leuker uitzag dan hij had verwacht. Hij had voor hij kwam samen met zijn dame een klein rondje in de binnenstad gereden.
Op de Vloeddijk richting het oude postkantoor waren ze nog iets bijzonders tegen gekomen, vertelden ze. Afgeleid door de bomen aan de Burgel met herfstkleuren en de rond dwarrelende bladeren zagen ze de geparkeerde auto pas toen ze vlakbij waren. Een Saab waarvan het casco volledig was beschilderd met een camouflageachtig patroon in herfstachtige kleuren. “Ja, die Saab kwam ik laatst ook tegen, leuk hè”, zei ik.
“We hebben hier nog wel meer bezienswaardigheden.” En ik beschreef hem twee andere paradijsvogels die ik in Kampen was tegengekomen. Nu moet u weten dat het waarnemen van auto’s eigenlijk een soort beroepstik van me is geworden. Automatisch registreer ik merk, type, jaar, laksoort en andere info als ik een auto spot. En als ik afwijkende auto’s tegenkom – de paradijsvogels zeg maar – dan maak ik even snel een fotootje voor mijn eigen paradijsvogelverzameling.
Ik beschreef mijn klant de auto’s die ik had gespot en hieronder doe ik hetzelfde voor u:
Van onderstaande gespotte paradijsvogel heb ik helaas geen foto, maar ik kan ‘m wel beschrijven: toen ik op de hoek van de Hanzelaan stond en ik de Noordzeestraat op wilde, zag ik hem. Met een hoop gebrul en een verbazingwekkend soepele gang voor zo’n grote brede Amerikaanse bak kwam deze uit een zijstraat, zo hop de Noordzeestraat oprijden. De stuurkunst was bewonderenswaardig. Het tempo ging me iets te snel om merk en model goed te kunnen onderscheiden. Mijn aandacht zoomde vooral in op het onderste gedeelte van de auto. Die was namelijk gewrapt met een zwartwit patroon van kleine schedels. De bovenkant van deze bak was…. roze. Bijzondere combinatie. Ik had ‘m heel graag van dichtbij willen bewonderen, maar deze auto heb ik daarna nooit meer in Kampen gezien. Het ging allemaal zo snel dat ik me wel eens afvraag of ik ‘m misschien heb zien vliegen. 😉
En de volgende auto is er één die ik al weer een heel lange tijd geleden (pre-corona) tegenkwam op de Sint Nicolaasdijk. En oh mensen wat gaaf. Ik weet best dat ik een pietje precies ben waar het autolak betreft, maar ik weet een goed beschilderde auto zéker te waarderen als ik er eentje zie. De auto in kwestie was beschilderd met onder andere het hoofd van buddha in zachte kleuren op de motorkap. Hier had iemand echt heel geduldig zitten pielen met een penseeltje. Ik heb de auto een jaar later nog wel eens gespot in de binnenstad. Ik ben zeer benieuwd wie de bestuurder is van deze Buddhamobiel.
De klant in kwestie komt nog een keertje terug zei hij. Ten eerste omdat zijn auto nu is ingepland voor schadeherstel maar ook omdat ze onze binnenstad graag nog wat beter willen bekijken. Leuk toch?!
Dat is dus mede aan onze “Kamper paradijsvogels” te danken.
Vindt u het ook zo leuk om dit soort “autoparadijsvogels” tegen te komen? En weet u mogelijk iets meer van het verhaal achter de hierboven beschreven autokunstwerken? En mag dit gedeeld worden? Dan hoor ik graag van u. Stuur me een berichtje;
in**@pa*************.nl
Ook verhalen en foto’s van de paradijsvogelauto’s uit Kampen die ik nog niet gezien heb zijn welkom.
Kleurrijke groetjes
Marinus