Raad van State bevestigt standpunt gemeente in dossier parkeergarage Buitenhaven

Ingezonden bericht Gemeente Kampen

332

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had Arbo-eis in 2017 niet op deze manier aan de gemeente mogen opleggen
De Raad van State oordeelde op 2 december 2020 dat het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) begin 2017 onzorgvuldig te werk is gegaan bij het opleggen van een Arbo-eis aan de gemeente rondom de bouwwerkzaamheden aan parkeergarage Buitenhaven. De Raad van State stelt dat het ministerie van SZW de eis niet op deze manier op had mogen leggen. De uitspraak is voor de gemeente een bevestiging van haar vasthoudendheid in deze kwestie.

In 2017 berichtten de media dat medewerkers van Heibedrijf Van Dieren ziek zouden zijn geworden als gevolg van hei- en koppensnelwerkzaamheden voor de bouw van parkeergarage Buitenhaven. Het ministerie SZW legde de gemeente Kampen op 25 april 2017 een Arbo-eis op. Op 23 januari 2020 verklaarde de rechtbank in Zwolle het beroep dat de gemeente tegen dit besluit indiende, gegrond en vernietigde het door het Ministerie SZW genomen besluit. Tegen deze uitspraak gingen het Ministerie SZW en Heibedrijf Van Dieren in hoger beroep bij de Raad van State. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat zij het eens is met gemeente Kampen dat de Arbo-eis op deze manier niet door het ministerie SZW opgelegd had mogen worden.

Wethouder Geert Meijering: “Het is goed dat er met de uitspraak van de Raad van State nu een eind is gekomen aan de bestuursrechtelijke procedure rondom de opgelegde Arbo-eis. De uitspraak van de Raad van State is voor ons een bevestiging van onze vasthoudendheid in deze zaak.”

De Raad van State oordeelt dat het ministerie SZW de proceskosten en de griffierechten van de gemeente moet vergoeden. “Meijering: Naast deze kosten heeft de gemeente veel schade geleden als gevolg van de door het ministerie SZW opgelegde Arbo-eis. We beraden ons de komende periode of en welke vervolgstappen wij kunnen ondernemen om deze geleden schade terug te vorderen bij het ministerie SZW.”