Op 21 juni had cursist en burgemeester De Rouwe het laatste woord bij de leergang KampenKunde. In vijf avonden kregen meer dan 50 cursisten les over het heden en verleden van de gemeente Kampen. Vanwege de overweldigende belangstelling onderzoekt citymarketingorganisatie Kampen Partners de mogelijkheden om deze leergang jaarlijks te herhalen.
Kampenkenners
De leergang ging in zevenmijlslaarzen van de geschiedenis naar de toekomst van Kampen aan de hand van thema’s als economie, stedelijke ontwikkeling, cultuur, politiek en Kamper Uien. Boeiende sprekers als Tweede Kamerlid Hilde Palland, directeur van het Stedelijk Museum Kampen Nynke van der Wal, oud-burgemeester Bort Koelewijn en stadsgids Harry van Dijk deelden sterke verhalen en persoonlijke ervaringen met de deelnemers. Met als slotspreker burgemeester De Rouwe.
Slotavond
De leergang was een idee van de nieuwe burgemeester, die zich afvroeg of er niet een soort ‘kennismakingscolleges’ konden worden georganiseerd voor mensen die net als hij net in de gemeente Kampen wonen én voor andere geïnteresseerde Kampenaren. Dat werd ‘KampenKunde’ en De Rouwe meldde zich als eerste cursist aan. Tijdens de feestelijke laatste bijeenkomst werd hij uitgenodigd zijn bevindingen met de anderen te delen en hij sprak over de zeven bloeiperiodes van Kampen. Vervolgens deelde citymarketeer en organisator Roeland Tameling deelnemerscertificaten uit aan de aanwezigen.
Vervolg
Omdat de leergang binnen een mum van tijd uitverkocht was, onderzoekt Kampen Partners met historische vereniging Jan van Arkel de mogelijkheden voor een of meer reprises. Daarnaast hebben enkele dorpsverenigingen het idee gelanceerd voor een nieuwe leergang ‘KernenKunde’, waarbij dieper wordt ingegaan op verleden, heden en toekomst van plaatsen als Wilsum, Zalk en IJsselmuiden. Ook hiervan wordt de haalbaarheid in overleg met Kampen Partners onderzocht. In ieder geval produceert de citymarketingorganisatie nog een (online) documentaire over de inhoud van de leergang.
Immaterieel erfgoed
De leergang werd mede mogelijk gemaakt door een subsidieregeling voor immaterieel erfgoed van de Provincie Overijssel en door het Heropeningsfonds van de Gemeente Kampen.