Vandaag – zaterdag 1 april – begint het zogeheten groeiseizoen. Een vraag die de afgelopen jaren na de droge zomers dan direct opkomt is: hoe staat het met de grondwaterstanden? Voor WDODelta luidt het uitgebreide antwoord hier op als volgt:
Door de neerslag in de winter en in maart is het grondwater in ons werkgebied weer op peil, al zijn er regionaal en lokaal verschillen te zien. Grondwater is erg gevoelig voor droge en natte perioden. Is het een tijdje droog weer met weinig tot geen neerslag, dan dalen de grondwaterstanden snel, ze reageren daar direct op. Om lage grondwaterstanden te herstellen, is neerslag het beste medicijn. En dat is de afgelopen maanden voldoende gevallen.
Wat wij als waterschap kunnen doen, is de waterpeilen in sloten, kanalen en vaarten hoog ‘opzetten’. Grondwater heeft de neiging om bijvoorbeeld onder akkers en weilanden naar de zijkanten te sijpelen en dan in de sloten eromheen terecht te komen. Als we de peilen in de sloten hoog zetten, geven we als het ware tegendruk en blijft het grondwater daar waar het hoort: onder de akkers en weilanden. Dit is een maatregel die we inmiddels het hele jaar door inzetten als het mogelijk is. Ook al is de invloed op de grondwaterstanden beperkt, we doen wat we kunnen. Hierdoor staat het water in sloten, kanalen, weteringen en rivieren binnen de bandbreedte, zoals wij dat noemen. Dit betekent dat we zowel voor de waterpeilen in de zomer als in de winter een minimum en een maximum peil hanteren. Daartussen kunnen we de balans vinden als gevolg van wat de weersomstandigheden vragen.
Ook dit jaar zijn we voorbereid op een eventuele droge zomer. Door de afgelopen jaren, in het bijzonder 2018 en 2022, hebben we veel ervaring opgedaan en zijn afspraken over de waterbeschikbaarheid verder aangescherpt. Voor de langere termijn zijn we bezig om ons peilbeheer te optimaliseren en ons voor te bereiden op zomers die nog extremer zijn dan 2018 en 2022. Met water en bodem als sturende elementen willen we op de lange termijn groeien naar een robuust watersysteem. Dat houdt in: een watersysteem dat de extremen in het weer goed kan opvangen en er tijdig op kan anticiperen. Dat betekent naast goede aan- en afvoer van water, ook ruimte voor water, bijvoorbeeld waterbergingen, maar zeker ook de bodem als spons. Door de opname van neerslag in bodems te verbeteren, zowel akkers, weilanden, tuinen en parken, kan de bodem dienen als een spons en water vasthouden: een soort mini-Deltawerkjes in je voor- en achtertuin. Maar dan om water juist binnen de deur te houden i.p.v. er buiten.
Kortom: “de uitgangspositie van het grondwater is op dit moment goed. Nu maar afwachten wat de komende maanden ons brengen aan weersomstandigheden”, aldus het waterschap.