De berging van het tweede scheepswrak verloopt moeizaam
Na de punterachtige was het de beurt aan het tweede kleine scheepswrak bij de IJsselkogge om geborgen te worden. Dit aakachtig schip zou zo’n 11m lang en 2m breed zijn. De eerste bergingspoging werd na uren ploeteren onder water gestaakt. Vier dagen later, woensdag 21 oktober, werd een nieuwe poging gewaagd. Het scheepje was zo lastig gelegen dat de bergers het niet heelhuids naar boven wisten te halen. Nu starten de voorbereidingen om de kogge zelf te bergen.
Al tijdens het vooronderzoek was vastgesteld dat de aak heel ongemakkelijk op de bodem van de IJssel lag. In een hoek van 45° en deels onder de kogge. Vrijdags hadden toeschouwers en pers uren in de regen en de kou staan te wachten maar het lukte de bergers die middag niet om alle hijsbanden goed om de aak heen te krijgen. Woensdags lukte dat wel maar moest de aak eerst onder de kogge ”vandaan geroteerd worden”, zo laat het projectbureau weten. ”Daarbij lieten de boorden en spanten helaas los van het dek. Het vlak zelf bleef wel intact”. Met speciale fototechnieken was vooraf de ligging en positie bepaald zoals op onderstaande foto te zien is.
De punterachtige bleek na berging in slechtere staat dan verwacht. De aakachtige hing uiteindelijk in losse delen in de hijsbanden. Aan dek worden de punter- en aakachtige de komende tijd gereconstrueerd om zorgvuldig te worden gedocumenteerd. Nadat de kogge straks ook geborgen is, worden alle scheepsresten naar Lelystad overgebracht. Vanaf volgende week wordt de berging van de kogge voorbereid en de planning is nog steeds om die half december te gaan lichten. Tot die tijd worden er met een spuitlans zo’n 20 hijsbanden om de kogge heen bevestigd. Een spuitlans is een krachtige waterstraal die zich een weg door de rivierbodem baant, onder het scheepswrak door. In de ontstane ruimte wordt een buis aangebracht waardoorheen de hijsbanden kunnen worden getrokken. Dit alles binnen het stroomscherm zoals op onderstaande tekening geschetst. Het stroomscherm wordt de komende dagen nog één keer verplaatst om precies boven de kogge geplaatst te worden.
Lezing door Wouter Waldus, projectleider IJsselkoggeberging
Dinsdag 20 oktober, de avond voor de berging van de aak, hield onderwaterarcheoloog Wouter Waldus een lezing in de Taveerne op de Koggewerf. Natuurlijk was zijn project, de berging van de IJsselkogge, het thema. Er waren diverse kinderen onder het publiek, voor wie Stichting Kamper Kogge veel activiteiten had georganiseerd deze herfstvakantie. Dit alles was mogelijk gemaakt door extra inzet van de vrijwilligers en extra subsidie van Marketing Oost, IJsseldelta Marketingsubsidie, het Evenementen Platform en de gemeente.
Er volgen nog drie lezingen en Wouter Waldus mocht deze avond de spits afbijten met de eerste. Hij vertelde over de vondst van de kogge in de rivierbodem, de jarenlange voorbereiding en nu eindelijk de uitvoering. Naast de bekende informatie die in voorgaande delen van deze artikelserie uiteen is gezet, kwam Wouter met enkele nieuwe wetenswaardigheden. Zo lichtte hij toe hoe hij tot de eerder bekend gemaakte conclusie was gekomen dat de oever verder in de IJssel heeft gelegen. Bij bodemonderzoek was gebleken dat er, vòòr de huidige oever bij de Buitenhaven, tot zo’n 40m de rivier in één groot veenplakkaat ligt – in plaats van de gebruikelijke zanderige rivierbodem. Bovendien bleken er paaltjes uit te steken met latjes dat duidelijk mensenwerk is. In de aak en punter zijn prehistorische gereedschappen gevonden die door het uitslijten van de schepen weer naar boven waren gekomen. Een andere wonderlijke ontdekking, tenslotte, was de vondst van een middeleeuwse fuik in de aak. Dit is niet logisch gezien de huidige aanname van een doelbewuste dispositie (afzinken) van de schepen. Daar laat je dan geen spullen in achter.
Het publiek luisterde geboeid toe en had kennis van zaken, gezien de soms technische vragen die gesteld werden. Na afloop kreeg Wouter Waldus twee stenen jeneverglaasjes van de Stichting Kamper Kogge en praatte hij aan de bar nog na met enkele rasechte Kampenaren waarbij onontkoombaar oude verhalen naar boven kwamen.
Was de punter een punter?
De vraag die na de vorige berging van de punterachtige naar boven kwam, betrof de vraag of het gelichte scheepswrak wel een punter was. Wouter Waldus zegt daarop het volgende: ”Scheepstypen toekennen aan een schip of wrak is een eeuwige discussie. Geen schip is hetzelfde. Dat komt omdat er veel factoren van invloed zijn op het uiteindelijke ontwerp: scheepsbouwtraditie, stand van techniek, beschikbare materialen, sociaaleconomische context en vaargebied. Binnen deze mix aan factoren spelen de specifieke eisen van de opdrachtgever voor de bouw van een schip een belangrijke rol. Dankzij al deze factoren kunnen liefhebbers van historische scheepsbouw, waaronder ik dus, genieten van een eindeloze reeks van publicaties over scheepsbouw op regionaal, landelijk en internationaal niveau. Ik hou altijd het zekere voor het onzekere en spreek van -achtige schepen. Kogge-achtig, aak-achtig, punter-achtig.”
Tijdens de hiervoor beschreven lezing werden deze woorden nog eens bevestigd. Eén bezoeker informeerde of één van de scheepswrakken misschien de ’missing link’ naar de Friese kogge kon zijn. Een ander bijzondere constatering, die de onderzoekers hadden vastgesteld, betrof de aak: die heeft wel erg veel typische koggekenmerken. Er wordt nu toegewerkt en toegeleefd naar de berging van het derde en grootste scheepswrak. Dat zal toch zeker wel onmiskenbaar een kogge zijn.
Zie ook:
• IJsselkoggeproject binnen Ruimte voor de Rivier
• Alle eerdere gepubliceerde delen over de IJsselkoggeberging
Comments are closed.