In het Zwarte Meer en het Ketelmeer heeft Rijkswaterstaat twee nieuwe eilanden en ondiepe zones aangelegd. Zo ontstaat boven en onder water nieuw leefgebied voor vogels, vissen en waterdieren. De eilanden gaan Kraggenoog en De Snörre heten.
Dit najaar schreef Rijkswaterstaat een namenwedstrijd uit voor de nieuwe eilanden. Inwoners uit de omgeving Kraggenburg en Genemuiden konden hun suggesties indienen, voorzien van een motivatie. In totaal zijn er 27 suggesties ontvangen, er was dus écht iets te kiezen. Een jury met vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten beoordeelde de inzendingen en koos de namen “Kraggenoog” en “De Snörre”. De bedenkers van de winnende namen zijn uitgenodigd voor een boottocht in het voorjaar naar de eilanden, waar de namen dan officieel onthuld zullen worden.
De heer Herman Linzel, inwoner van Kraggenburg bedacht de naam Kraggenoog voor het oostelijke eiland. “De verwijzing naar Kraggenburg en het nabijgelegen IJsseloog is logisch en gemakkelijk te onthouden”, aldus de jury. De toelichting van de heer Linzel
dat een naam met “Oog” erin hier passend is als land dat bij het water hoort, gaf de doorslag.
De heer Jan Barneveld, inwoner van Genemuiden, heeft de naam “De Snörre” aangedragen. Barneveld: “Zo noemden wij de beheerder van het Zwarte Meer en omgeving. Hij heette Arend Timmerman en was voorzien van een snor. Hij heeft ons veel over vogels bijgebracht”. De jury was gecharmeerd van de suggestie omdat de naam een directe binding heeft met het gebied. De naam houdt een herinnering levendig aan een persoon die voor de omgeving belangrijk was en betrokken was bij de natuur in het gebied. Daarbij is de Snor ook een rietvogel die in het Zwarte Meer voorkomt. De heer Timmerman zelf is inmiddels overleden. Zijn kinderen zijn er trots op dat één van de eilanden naar hun vader vernoemd wordt.
Waterbeheer 2.0
Waterbeheer in Nederland was jarenlang vooral gericht op de bescherming tegen hoogwater en een vlotte doorgang voor de scheepvaart. Voor de natuur was dit niet altijd gunstig. Bij de aanleg van de Noordoostpolder en Flevoland zijn vooral rechte dijken neergelegd, waardoor er geen geleidelijke overgang is tussen land en water. Maar vissen hebben ondiep water juist nodig om eitjes te kunnen leggen en voedsel te zoeken.
Het Ketelmeer en het Zwarte Meer maken deel uit van een prachtig natuurgebied rondom Flevoland: de Randmeren. Deze meren bieden veel mogelijkheden voor flora en fauna.
Met de aanleg van de eilanden en ondiepe zones draagt Rijkswaterstaat bij aan een gevarieerde visgemeenschap en een verbeterde leefomgeving voor planten, waterdieren en vogels. Vissen als snoek, stekelbaars en donderpad zullen zich beter kunnen ontwikkelen. Voor de Karekiet, een beschermde vogelsoort die de laatste jaren in aantal is afgenomen plant Rijkswaterstaat riet om in te nestelen.
Europese Kaderrichtlijn Water en Natura 2000
Met de aanleg van de eilanden en ondiepe zones komt Rijkswaterstaat de afspraken na die in Europees verband zijn gemaakt over het verbeteren van de kwaliteit van de binnenwateren (Kaderrichtlijn Water). De grond moet gedurende de winter inklinken. In het voorjaar wordt vanuit de Natura 2000 opgave riet geplant.