Berging IJsselkogge (deel 23):
Andere conservering dan Bremer Kogge

374
tekst en beeld:
Maarten van Gemert

Eerste gevonden kogge in Europa staat in Bremerhaven

De middeleeuwse kogge, die naar boven is gehaald uit de IJssel, is geen staaltje Kamper geschiedenis noch Hollands glorie. De IJsselkogge maakt deel uit van een Europees verhaal en een rijke Hanzeperiode. Bij Antwerpen werd in 2000 een kogge gevonden en een jaar later een goeddeels vergaan exemplaar (zie deel 21a). Al in 1962 ontdekte men bij Bremen een grotendeels intact koggewrak. De daaropvolgende ontwikkelingen tonen overeenkomsten en verschillen. Zo duurde de verschillende bergingsbesluiten telkens enkele jaren maar zal de IJsselkogge een andere conservering krijgen dan de Bremer Kogge, die uit houtonderzoek uit 1380 blijkt te stammen.

Bremer KoggeUnieke vondst
Gelijk de IJsselkogge kwam de Bremer Kogge tevoorschijn bij baggerwerkzaamheden. De vondst bij Rablinghausen (Bremen) in de Wezer, een rivier dwars door Duitsland die bij Bremerhaven uitmondt in de Noordzee, was bijzonder want tot dan toe kende men hèt vrachtschip uit de Middeleeuwen alleen uit verhalen en van afbeeldingen. Drie jaar later vond men nog eens zeer veel losse onderdelen. Nadat de complete berging in 1969 gereed was, begon de grote puzzel. Met veel vakmanschap en inzet, onder een hoge luchtvochtigheid om de wrakstukken te beschermen, werd het koggeschip in zeven jaar weer opgebouwd. Alle onderdelen werden nauwgezet gemeten, gefotografeerd en gedocumenteerd. Met dat laatste houden Laura Koehler en Wouter Waldus in Batavialand (Lelystad) zich bezig (zie deel 22) want bij de IJsselkogge werd eveneens veel los hout gevonden.

Duits ScheepvaartmuseumDuits Scheepvaartmuseum
Rondom het koggewrak werd een hal gebouwd waarnaast in dezelfde periode het Duitse Scheepvaartmuseum verrees. De kiem daarvoor was al gelegd in de jaren zestig met de restanten van een oude haven en een scheepswrak uit 1919. Er werd een grote privéverzameling geschonken met het voorstel om in een nieuw Scheepvaartmuseum ook het Berlijns Museum voor Oceanografie te integreren, dat in WO II zwaar beschadigd was geraakt. De Bremer Kogge zou het grote, eerste onderzoeksobject moeten worden. Met overheidssubsidie kwam het nieuwe museum tot stand en werd in 1975 door de Bondspresident geopend. Deze geschiedenis is wezenlijk anders dan het nieuwe museum dat in Antwerpen verrijst (zie deel 21b) en waarvoor de Doelse kogge één van de aanzetten is geweest.

Bremer KoggeKoggehal
De Koggehal vormt een integraal onderdeel van het Scheepvaartmuseum, dat in 2000 nog flink werd uitgebouwd. Na veertig jaar is de hal toe aan een grote renovatie en daarom gaat de Bremer Kogge vanaf half juni voor een jaar onder zeil. In de hal hebben ook de twee grote tanks gestaan waarin de Bremer Kogge zeventien jaar lang is geconserveerd totdat het koggewrak in 2000 tentoongesteld kon worden. In Kampen wordt tot op heden alleen nog maar gesproken over het opwaarderen van de Koggewerf tot een grote toeristische trekpleister. Waar de IJsselkogge eventueel wordt geëxposeerd is nog ongewis.

VentjagerConservering
Nadat de restauratiepuzzel was voltooid in 1972, begon het jarenlange proces van conservering. Daarvoor werd een enorme tank gebouwd om de kogge geheel onder te dompelen in achtereenvolgens twee varianten van polyethyleenglycol (PEG). Mike Belasus, die sinds ruim een jaar als wetenschappelijk onderzoeker verbonden is aan het Scheepvaartmuseum, zet vraagtekens bij de methode van conservering waartoe in Lelystad besloten wordt. Benno van Tilburg licht daarop toe: ”De IJsselkogge zal tegelijk met het drogen besproeid worden met PEG. Dat is een kunsthars die het water uit het hout verdrijft en vervangt.” Van Tilburg heeft als projectleider in Batavialand de IJsselkogge onder zijn hoede. Laura Koehler, hoofd conservering, vult aan ”dat ze een beproefde methode toepassen zoals eerder in de jaren tachtig gehanteerd voor bijvoorbeeld de Ventjager.” Dit grote visserschip (zie bovenstaande foto), vergaan rond 1710, staat permanent geëxposeerd in Museum Nieuw Land, naast de conserveringshal van de IJsselkogge (zie deel 11).

Bremer KoggeWetenschap en ontwikkeling
Het Duitse Scheepvaartmuseum is één van de acht onderzoeksmusea in Duitsland, zoals wij die in Nederland niet kennen. Gelijk wij evenmin een onderzoeksgemeenschap als de  Leibniz-Gemeinschaft kennen. Belasus benadrukt het wetenschappelijke principe van omkeerbaarheid waaraan PEG voldoet. Deze harsachtige stof verhardt bij kamertemperatuur maar wordt bij verhitting weer vloeibaar en te vervormen. Hij ontkent dat de Bremer Kogge specifiek door de complete onderdompeling in PEG zwaar is geworden. ”Water is ook zwaar”, stelt hij eenvoudigweg. Sinds 2006 wordt de Bremer Kogge via een ingenieus stutwerk ondersteund omdat het koggewrak onder zijn eigen gewicht in elkaar dreigt te zakken door de onnatuurlijke omstandigheden van opgesteld staan op het droge. Met het stutten probeert men ook de originele vorm terug te krijgen. Hiertoe gaat men, als straks de Koggehal gerenoveerd is, de ondersteuning nader verfijnen en een monitoring systeem ontwikkelen. Ook de IJsselkogge zal, als die geconserveerd wordt, blijvend onderhoud en zorg behoeven, benadrukt Van Tilburg, die in deel 10 vertelt over het conserveringsstation.

Bremer KoggeTijdloos
Belasus geeft aan hoe het schip schuin in de bodem lag. Dat verklaart waarom de ene zijde nog goeddeels intact is en de andere zijde zeer gefragmenteerd. De bij de restauratie gebruikte replicanagels zou Belasus niet gekozen hebben. Net zoals bij de IJsselkogge ontbreekt het kasteel, hoewel de bodem daarvan nog wel aanwezig is. Belasus wijst aan in welke hoek van het kasteeldek de WC gezeten heeft, waarbij men met het bovenlijf boven het dek uitkwam en over uit kon kijken. Bij de Bremer Kogge, die tijdens de bouw door een storm te water zou zijn geraakt en gezonken,  is niet al te best hout gebruikt. Een rode klinknagel zit over een scheur in het hout dat gevuld werd met mos en teer. Ook toen moest het al snel en goedkoop.

Bremer KoggeDit artikel is op 31 mei 2016 tevens gepubliceerd op de website van Brugnieuws.nl en een verkorte weergave in weekkrant De Brug.

Zie ook:
Dossier IJsselkoggeberging (eerdere gepubliceerde artikelen)
Duits Scheepvaartmuseum
Leibniz-Gemeinschaft
Maritieme archeologie (RCE)

1 REACTIE

  1. Interessant om te lezen, hoe er in 1969 scheepsberging heeft plaatsgevonden voor dit oude schip. Ik wil zeker een keer naar het Duitse Scheepvaart Museum, hier ben ik nog nooit geweest en is misschien een mooie trip voor na de lockdown. Altijd mooi om te zien hoe men vroeger schepen bouwde.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP