Kampen kiest voor karig armoedebeleid
“Verwarrend. Coalitie Kampen kan wel miljoenen vinden voor deal met projectontwikkelaars en geen 45.000 voor armoedebeleid.” Met die woorden blikte Nieke Jansen terug op het debat in de raad over het nieuwe armoedebeleid.
Vier jaar deed de gemeente Kampen over het schrijven van een plan dat armoede beter voorkomt of wegwerkt dan tot nu toe gebeurt. In het nieuwe plan zitten o.a. maatregelen die vooral goed zijn voor kinderen: er komt extra geld voor zwemles en voor theater- en muziekles. Er komt meer ruimte voor maatwerk, dus meer oog voor wensen of belangen van de mensen om wie het gaat. De nieuwe aanpak is minder gericht op financiële ondersteuning en meer op financiële zelfredzaamheid.
Het college koos ervoor om de grens van dat nieuwe beleid te houden op 110% van het sociale minimum. Anders gezegd: wie maximaal 110% van de bijstand verdient met een baan of ontvangt in een uitkering kan een beroep doen op de regelingen van het armoedebeleid. Dat is te zuinig, meenden enkele partijen. PvdA en GroenLinks maakten een wijziging op het voorstel en stelden voor om die grens op 115% te zetten. Dat amendement werd mee-ondertekend door GBK, SP en D66.
In de raadsvergadering gaf Nieke Jansen aan waarom Groenlinks samen met de PvdA een amendement maakte op het voorstel.
“Armoede maakt mensen eenzaam. En armoede maakt dat mensen vroeg of laat nog maar aan één ding kunnen denken: hoe kom ik nog rond. Met dit amendement vergroten we de groep die kan rekenen op een helpende hand van de gemeente: 400 huishoudens extra die steun in de rug krijgen op weg naar financiële zelfredzaamheid. Met de andere wijzigingen helpen we vooral kinderen – en het is terecht dat we hen helpen. Met deze ophoging naar 115% zorgen we ervoor dat kinderen én volwassenen in 400 huishoudens een beetje minder op zichzelf teruggeworpen worden. Voor de mensen in die 400 huishoudens kunnen we een enorm verschil maken voor een luttel bedrag.
Er klonken jarenlang veel goede woorden over onze verantwoordelijkheid als het gaat om hulp tegen armoede. Van die woorden alleen kan een mens niet leven. Met een norm op maximaal 115% doen we een voelbare stap vooruit voor de mensen om wie het gaat.”
Tijdens de raadsvergadering ontstond vervolgens een stevig debat tussen de indieners en de coalitiepartijen CU, CDA, SGP en VVD. De coalitie nam genoegen met enige ‘coulance’ in de uitvoering; het mocht hier en daar iets meer dan 110% worden. En, zo gaf men aan, wie hulp vraagt kan rekenen op ‘een warm hart’ van ambtenaren. Nieke Jansen: “Het stelt me teleur dat christelijke partijen niet thuis geven, terwijl er voor maar 45.000 euro zoveel meer mensen geholpen kunnen worden. Een schijntje is dat voor de gemeente. Dat warme hart klinkt prachtig, maar daar kun je geen brood van kopen.” Wethouder Veldhoen meende dat meer geld voor de armste mensen ten koste zou gaan van andere zorg. Jansen keerde dat om: “Minder armoede kan ervoor zorgen dat mensen gezonder en gelukkiger worden en dat kinderen minder achterstand oplopen. De kans is groot dat er dan juist minder andere hulp nodig is.” Het amendement werd weggestemd door de voltallige coalitie van CU, CDA, SGP en VVD.
In dezelfde raadsvergadering gingen diezelfde coalitiepartijen – samen met PvdA en D66 – akkoord met een schikking met de projectontwikkelaars van het consortium die de gemeente ongeveer 10 miljoen kost. Nieke Jansen: “Zomaar 10 miljoen uitgeven in een deal met grote projectontwikkelaars en nog geen 45.000 over hebben voor de armste inwoners. Ik zou die keuze niet kunnen verantwoorden.”
Comments are closed.