D66 hekelt gemeentelijk armoedebeleid “Armoedebestrijding naar 140 procent van de bijstandsnorm”

273

In Nederland leeft één op de negen kinderen in armoede. Voor Kampen komt dat neer op een aantal van maar liefst 1500 kinderen. Dat bleek onlangs uit een rapport van Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer. Wat D66 betreft krijgt dit onderwerp na de verkiezingen de hoogste prioriteit. Om te beginnen moeten we de norm voor de armoedebestrijding verhogen naar 140 procent”, zegt lijsttrekker Gerben Wijnja.

Op de vraag of Kampen sociaal is, reageert D66-lijsttrekker Gerben Wijnja geërgerd: “Het armoedebeleid in Kampen is krenterig en passief. Daar moet echt verandering in komen. Het is toch ongelooflijk dat je in Kampen maar liefst 60 schoolklassen kunt vullen met kinderen die in armoede leven! Ze krijgen niet elke dag een warme maaltijd, gezinnen zijn bang om hun huis uit te worden gezet en er zijn zorgen over de kosten voor school en zorg. Zowel kinderen als ouders hebben last van spanning en stress en veel kinderen vinden dat ze te weinig aandacht krijgen van hun ouders.”

Twee jaar geleden al kraakte hij namens D66, als eerste fractie in de gemeenteraad, harde noten over het gemeentelijke armoedebeleid. Wethouder Veldhoen (ChristenUnie) reageerde tergend langzaam en beloofde beterschap. Maar D66 blijft ontevreden. De gemeente heeft mensen die in armoede leven nog steeds niet in beeld. Ook is onduidelijk of de maatregelen die via de bijzondere bijstand en schuldhulpverlening worden geboden, wel aansluiten bij hun leefsituatie.

Armoedeval
D66 wil een ambitieus armoedebeleid. Een beleid dat is gericht op het voorkomen van armoede en op het verzachten van de gevolgen ervan. “Maar de gemeente Kampen moeten mensen die in armoede leven vooral weer perspectief bieden: we moeten ze uit de armoede leiden”, vindt Wijnja. Dat betekent dat we bredere groep mensen moeten gaan ondersteunen. We moeten voorkomen dat als ze net een beetje meer gaan verdienen, ze bijvoorbeeld geen sportbijdrage meer krijgen of volledig de muziekles voor de kinderen moeten betalen. Daardoor krijgen ze netto minder te besteden: de armoedeval. Daarom zullen we de norm voor de armoedebestrijding tenminste moeten verhogen van 110% naar 120% van de bijstandsnorm. Vervolgens bouwen we die steun geleidelijk af tot mensen 140% verdienen.

Vertrouwen
Vooral schulden zijn debet aan het armoedeprobleem. Vaak gaat het alleenstaande moeders met kinderen die lang niet gewerkt hebben. Maar ook mensen wiens huis tijdens de crisis lange tijd ‘onder water’ heeft gestaan. We moeten beginnen bij het verbeteren van de inkomenssituatie en het oplossen van schulden, zodat er minder stress is. Ouders moeten weer meer ruimte hebben voor hun kinderen en het gezin weer vertrouwen krijgt in de toekomst.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP