Door Alex de Jong @ Attest Communicatie
KAMPEN – Ze zijn zich kapot geschrokken. In het bezuinigingsplan van de gemeente Kampen valt te lezen dat er plannen leven om Museum Erf 29 en Museum Stadsboerderij te verkopen. Daarmee hoopt de gemeente acht ton op haar conto te kunnen bijschrijven. Betrokken vrijwilligers en leden van de beheercommissies van beide musea zijn met stomheid geslagen. ‘Dit voelt als een klap in ons gezicht’, stelt Henk Meuleman, secretaris van de Stichting ‘Ons-Erfgoed’ én van de Beheergroep Museumboerderij Erf 29.
‘Het is bij ons als een bom ingeslagen dat in de bezuinigingsvoorstellen van de gemeente Kampen, Museum Erf 29 en Museum Stadsboerderij aangemerkt staan om verkocht te worden. Einde uitdracht van meer dan 650 jaar geschiedenis.’
Voorstel gemeente
In het document met bezuinigingsvoorstellen van de gemeente Kampen valt te lezen: ‘Het museum op Kampereiland is gevestigd in een traditionele terpboerderij en geeft de geschiedenis weer van hoe de boeren van eertijds hier leefden en werkten. Het beheer van ‘Erf 29’ vindt plaats door een beheergroep die samen met de beheerders de lopende zaken regelen. De beheerders bewonen de naastgelegen schuur. Behoudens vrij wonen ontvangen de beheerders geen vergoeding voor de werkzaamheden die zij verrichten. Zij hebben een overeenkomst met de stichting. Museumboerderij ‘Erf 29’ ontvangt jaarlijks ongeveer 6.000 bezoekers, Museum Stadsboerderij ongeveer 800. Beide panden zijn eigendom van de gemeente Kampen en de gemeente voert het onderhoud uit. Daarnaast doen de verschillende vrijwilligers kleine onderhoudszaken. Vanuit Cultuur krijgt Museum Stadsboerderij jaarlijks een subsidie voor de activiteiten van de stichting als bijdrage in de huisvestingskosten van het pand Groenestraat 94. Dit bedrag is ongeveer 1.120 euro (afhankelijk van indexering). Zonder deze subsidie zou de Stadsboerderij niet kunnen bestaan. Museumboerderij ‘Erf 29’ en de Oogstdag ontvangen geen culturele subsidie. Museumboerderij ‘Erf 29’ heeft momenteel al moeite om te bestaan, aangezien het bestuur geen opvolgers kan vinden. Hiermee gaan twee voor Kampen bijzondere museumboerderijen verloren. Echter kun je je ook afvragen of het taak van de gemeente is om dit soort, particuliere, initiatieven te blijven ondersteunen. Panden blijven eigendom van de gemeente dus er kan een andere invulling aan gegeven worden, de panden kunnen worden verhuurd (en zo opbrengsten genereren voor onderhoud en belastingen/verzekeringen) of worden verkocht.’
Klap in gezicht
‘Het sluiten van deze musea, die 650 jaar geschiedenis uitdragen en positieve resultaten draaien, is een klap in het gezicht van de mensen die zich als vrijwilligers inzetten. Dit werkt zeer demotiverend.’ In het Museum Erf 29 bevindt zich onder andere een unieke verzameling klederdracht met sieraden. ‘Een verzameling die zijn gelijke niet kent, indertijd geschonken door Dick Woertman. Sluiting van Erf 29 betekent dat deze unieke collectie voor het publiek verloren zal gaan.’ Meuleman snapt niets van de gemeentelijke plannen. ‘Kampen en Kampereiland zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door de jaren heen hebben hardwerkende mensen op het Kampereiland een grote financiële bijdrage geleverd aan onze gemeente.’ Volgens Meuleman worden zij nu wel erg oneerlijk afgerekend op hun bijdrage: verkoop van het museum en dus verkwanseling van het culturele erfgoed. ‘Het Kampereiland is het grootste aaneengesloten gebied wat één gemeente/eigenaar bezit in Nederland. Zij heeft daarbij de taak dit bijzondere erfgoed te conserveren en toegankelijk te maken voor een breed publiek.’
‘Bij de museumboerderij Erf 29 staat een oude authentieke watermolen, in 2013 geschonken aan de Kampereilander bevolking bij het 650-jarig bestaan. Waar moet deze molen heen?’, zo vraagt hij zich hardop af. ‘Daarnaast hebben de beheerders, met goedkeuring van de gemeente Kampen, voor een fors bedrag in de dienstwoning geïnvesteerd. Zij hebben afspraken gemaakt dat zij dit werk als vrijwilligers voor meer dan vijftien jaar willen verzorgen. Wie gaat ze dit vergoeden?’
Meuleman gaat de gemeenteraad er donderdagavond 26 september op wijzen dat verkoop van beide panden niet zomaar betekent dat er acht ton op het conto van de gemeente kan worden bijgeschreven. ‘De renovatiekosten van 900.000 euro, gemaakt in de jaren 2005 en 2006, werden voor een derde ook gefinancierd door de provincie Overijssel en POP-gelden uit Brussel.’ Volgens de secretaris is het ‘oneigenlijk’ om dit geld bij verkoop ‘zomaar door de gemeente te laten opstrijken’.