Architectuur is niet saai

422
interview: Carin Koopman
tekst en beeld: Maarten van Gemert

Westerink presenteert diepgravend boek van de IJsselacademie

Oppervlakkig gezien lijkt stedenbouw en architectuur droge stof. Geraart Westerink toont in ”Ambitie en optimisme” het tegendeel aan. Donderdag reikte Jos Mooijweer, directeur van de IJsselacademie, de eerste exemplaren uit aan wethouder Sybren Gerlofsma en aan Karel Loeff, directeur van Erfgoedvereniging Heemschut. Tijdens de presentatie op het Kamper stadhuis lichtte Westerink zijn onderzoek toe. De andere heren vertelden over de totstandkoming van het boek en lichtten het belang toe.

De Raadszaal was goed gevuld met belangstellenden toen Henk van der Werf, gemeentelijk adviseur cultuurhistorie, de bijeenkomst opende. Hij had intensief samengewerkt met Westerink. Datzelfde gold voor Mooijweer namens de IJsselacademie, de uitgever, alsmede Loeff namens de Erfgoedverenging Heemschut. De Heemschutters waren in het begin van de vorige eeuw de eersten die zich bewust werden van het vele monumentale erfgoed dat verloren dreigde te gaan. De heersende mentaliteit was sloop en nieuwbouw als een gebouw te klein werd of er al een paar decennia stond. Pas in 1961 kwam de Monumentenwet tot stand die binnenkort opgaat in de Erfgoedwet.

Westerink over Kampen
Na de opening verontschuldigde de schrijver zich met een knipoog voor het feit dat hij, sinds de presentatie van zijn laatste onderzoek een jaar of vijf geleden, een bril nodig had. Daarnaast zouden de beloofde saillante details achterwege blijven – dat was een lokkertje geweest. Niettemin wist de onderzoeker genoeg boeiende details te vertellen.
In heel Nederland speelde na de Tweede Wereldoorlog de wederopbouw. Voor Kampen was de situatie echter uniek want zij kreeg nieuw aangelegde polders voor de deur. Daarmee werd het achterland geopend en kreeg Kampen twee gezichten in plaats van een kop en een kont. De Hanzewijk werd aangelegd maar de onstabiele grond gaf de wijk al snel een slechte naam. Vervolgens was Kampen-West aan de beurt met als bekroning de Wortmanstraat. Tijdens zijn onderzoek stuitte Westerink daarnaast op diverse niet uitgevoerde plannen. Deze wijken en plannen tonen de grote ambitie en het bijzondere optimisme aan in de jaren 1940-1970. Hier werd een rem op gezet door de late uitvoering van diverse plannen zoals de Molenbrug die decennialang in de pijplijn heeft gezeten.

Mooijweer over architectuur
De directeur van de IJsselacademie spitste zijn toelichting op het onderzoek toe op architectuur. Criteria voor de beoordeling hiervan zijn utiliteit en esthetica. Architectuur moet kunnen duren om zich te bewijzen. Men staat vaak snel klaar met een oordeel maar Mooijweer benadrukte het belang van kennis en kunde om tot een goed oordeel te komen. Daarnaast schetste hij een mooie bijvangst van het onderzoek. De inleiding van het boek geeft tegelijkertijd een historische schets van de wederopbouwperiode na de oorlog. In plaats van over wederopbouw, spreekt Westerink liever over opbouw aangezien het proces veel breder was en ook veel nieuwe ontwikkelingen kende.

Politieke implicaties
Als wethouder voor onder andere Monumenten, Cultuur en Archeologie nam Gerlofsma met grote belangstelling het eerste exemplaar van ”Ambitie en optimisme” in ontvangst. Hij beloofde dat het boek niet in een bureaula verdwijnt maar een leidraad zal vormen voor de aanwijzing van monumenten. Directeur Loeff van Heemschut nam als tweede een eerste exemplaar in ontvangst. Hij gaf aan verheugd te zijn met dit initiatief, waarbij zijn Erfgoedvereniging werd betrokken. ”Alweer naar Kampen”, was zijn eerste gedachte toen hij gebeld werd maar hij was hiermee blij verrast. Rond de eeuwwisseling ontstond er discussie over de monumentenlijst en veel gemeenten hebben deze al uitgebreid. Loeff noemde het heel positief dat Kampen het voorbeeld navolgt en nu ook werkt aan toename van het aantal geregistreerde monumenten.

Gerlofsma

Tenslotte
Na afloop werd er nagepraat onder het genot van een hapje en een drankje. De ontvangst en de catering werden verzorgd door gemeente Kampen, die tevens de opdrachtgever was voor het onderzoek. Westerink drukte de gemeente op het hart om meer strategisch te denken en keuzes te durven maken. Bovendien blijft meer historisch besef en verdieping in monumentenzorg noodzakelijk gezien het gebrek aan kennis bij commissieleden, waarvan de onderzoeker aangaf geschrokken te zijn. De schrijver bedankte de gemeente, haar archief, het SNS Historisch Centrum en Henk Westendorp voor de prettige en goede samenwerking. Tenslotte gaf Westerink aan dat het boek niet alleen voor architecten lezenswaardig is. Ook historici kunnen er heel veel uithalen en het mag zelfs als plaatjesboek dienen, gezien het vele mooie beeldmateriaal. Met de architectuur als leidraad kan er veel uit het boek gehaald worden, ook op bijvoorbeeld het gebied van cultuur en maatschappij. Architectuur wordt daarmee springlevend en verre van saai. Volop voer voor cultuurhistorici en maatschappijvorsers.

Zie ook:
IJsselacademie (uitgever)
Kamper naoorlogse bouw „het bewaren waard” (Reformatorisch Dagblad)
De blijdschap om drie kamers en een balkon in boekvorm (De Brug)
Schokbeton: succesverhaal van naoorlogse Kamper industrie (De Brug)

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP