tekst en beeld: Maarten van Gemert
Vondsten bij Antwerpen en Kampen geen losstaande verhalen
De IJsselkogge is inmiddels alweer twee maanden geleden naar Lelystad verhuisd voor verder onderzoek en mogelijke conservering. De unieke vondst staat niet op zichzelf maar vormt samen met tientallen in binnen- en buitenland gevonden kogges een Europees verhaal. Bekende andere kogges zijn de Bremer kogge in Duitsland en de Doelse kogge in België. In samenwerking met Kampen.nl toog KampenOnline.nl naar Antwerpen om het verhaal van de Doelse kogge op te tekenen evenals welke lessen er over en weer te trekken zijn.
Agentschap Onroerend Erfgoed
De live uitzending op internet van de lichting van de IJsselkogge in februari was een eerste samenwerking tussen Kampen.nl en KampenOnline.nl. Tussen pers en genodigden, die op de IJssel vanaf rondvaartboot De Veerman van Kampen met hun neus op de hijsoperatie stonden, waren ook drie ambtenaren van de Vlaamse overheid aanwezig. KampenOnline.nl legde contact met hen en nam het initiatief voor een tegenbezoek aan hun kogge. Conservator Lore Poelmans vertelde bij de Noorderdokken in de Haven van Antwerpen gedetailleerd het verhaal van ”De Kogge”, zoals onze zuiderburen hun vondst aanduiden. Poelmans is werkzaam voor het Vlaamse agentschap Onroerend Erfgoed en houdt zich bezig met De Kogge, samen met een team dat te vergelijken is met het kernteam van onze Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dat de IJsselkogge onder haar hoede heeft. In de Haven van Antwerpen staan, in de Suezloods op het Eiland, klimaathutten met daarin 21 containers met Koggehout. Buiten de klimaatgecontroleerde behuizing hangen informatievanen en staan de containers die leeg raakten na een efficiëntieslag van de opslag. De loods is niet voor publiek geopend en alleen op afspraak te bezoeken. In de klimaathutten laat Poelmans de inhoud van een container zien, zoals ook in Lelystad nog vier containers met losse houten delen staan, naast de goeddeels intacte IJsselkogge. De Noorderdokken in het havengebied gaan helemaal op de schop. Juist enkele weken voor het tegenbezoek besloot de Vlaamse regering tot het oprichten van een Maritiem Museum (daarover volgende week in deel 21b). Na reconstructie en conservering zal daarin onder andere De Kogge geëxposeerd worden. Zoals de Bremer kogge al jaren het pronkstuk is van het Duitse scheepsvaartmuseum. Kampen is zover nog niet.
Twee kogges in het Deurganckdok
Nog geen tien kilometer van de Nederlandse (Zeeuwse) grens werd op 19 september 2000 een middeleeuws scheepswrak gevonden onder zeven meter zand. In een doorgang naar de Schelde, die altijd veel getijdewerking heeft gekend, werd op dat moment het Deurganckdok aangelegd, bij het plaatsje Doel in de buurt van Antwerpen. Poelmans laat foto’s zien die aangeven dat de kraanmachinist de vondst in eerste instantie niet doorhad of het negeerde. De opwinding, en vervolgens belangstelling, was groot toen het een unieke vondst bleek van een laatmiddeleeuws vrachtschip. Ofschoon van lading, mast en kasteel geen spoor te bekennen was, bleek het een kogge te zijn, om onbekende redenen gezonken en in uitzonderlijk goede staat! Dan houdt de vergelijking met de IJsselkogge echter op. Niet zozeer omdat de IJsselkogge (over)compleet was maar omdat de Doelse Kogge 1 (”De Kogge”) onder grote tijdsdruk moest worden gelicht. Twee jaar later werd de Doelse Kogge 2 ontdekt maar die bestond uit weinig meer dan resten van een scheepsbodem. Beide vondsten werden opgegraven en in containers opgeslagen. Archeologische Dienst Waasland (ADW) droeg zorg voor de containers tot ze dat acht jaar later kon overdragen. Watererfgoed Vlaanderen pleitte in die tijd krachtig voor budget en besluit. Eind 2009 liet de Vlaamse minister weten de kogges te beschouwen als de belangrijkste maritieme vondst in Vlaanderen. Er werd geld vrijgemaakt en het Onroerend Erfgoed startte een zeer uitgebreid onderzoek dat in 2014 werd afgerond en gepubliceerd.
Tijdsdruk versus tijdsverloop
De Kogge moest in acht weken worden geborgen en mede om dit korte tijdsbestek werd besloten om het koggewrak in stukken te zagen. Poelmans laat de scheepsopbouw zien aan de hand van een maquette van een Vikingschip, de voorloper van de kogge. Ze licht toe: ”De planken van De Kogge, die zeer lang en zwaar zijn, hingen niet meer aan elkaar, zoals bij de IJsselkogge, doordat het ijzer (nagels en dergelijke) door corrosie was vergaan. Omhoog takelen zou dus niet gelukt zijn. In overleg met de betrokken partners is er besloten om het schip te verzagen zodat het logistiek aspect realistisch was en de deadline gehaald kon worden.” Bovendien had het agentschap nog geen enkele ervaring met maritiem werfgoed. Om die reden werd de Nederlandse kogge-expert Karel Vlierman erbij gehaald en toog Poelmans met haar team naar Denemarken. Daar werd samen met Deense collega’s een conserveringsplan opgesteld. Een bijzonder aspect was de positie van De Kogge, die op zijn kop lag. Benno van Tilburg, projectleider van het IJsselkoggeteam bij Batavialand in Lelystad, heeft Lore Poelmans gesuggereerd om De Kogge ook in de aangetroffen positie te exposeren, als een ”walvis op het droge”. Voor Van Tilburg en consorten zijn de ervaringen met De Kogge één van de redenen geweest om de IJsselkogge als geheel naar boven proberen te halen, een poging die slaagde. Hij geeft aan dat je dan bovendien ook het idee van een schip behoudt. ”Een aantal losse planken”, schetst Van Tilburg, “spreekt minder tot de verbeelding, ook bij beleidsmakers.”
Reconstructie laat op zich wachten
In september 2011 gaven de onderzoeksresultaten voldoende aanleiding voor de Vlaamse regering om middelen te begroten en het project voort te zetten volgens het eerder gepubliceerde conservatierapport. ”In de opslagcontainers groeiden inmiddels planten, mossen en wat al niet meer”, vertelt Poelmans met verholen teleurstelling. Alle onderzoek en voorbereiding is afgerond naar de uitgaven voor de inrichting van een conservatielaboratorium, een gespecialiseerd conservator en voor de benodigdheden voor ontzouting en impregnatie. Nu zorgt echter de grote herinrichting van het Droogdokkeneiland voor vertraging (daarover volgende week in deel 21b). De reconstructie van de Doeler Kogge laat op zich wachten tot 2023, wanneer het Droogdokkeneiland geheel opnieuw is ingericht en het Maritiem Museum haar deuren opent. Eerder was de verwachting dat de Suezloods in 2017 verhuisd kon zijn. Het wordt nog spannend of straks de Nederlanders of de Belgen hun kogge uit een roemrijk verleden als eerste kunnen presenteren.
Dit artikel is tevens gepubliceerd op de website van Kampen.nl en een verkorte weergave in de weekkrant Kampen.nl.
Zie ook:
• Eerdere artikelen over de IJsselkoggeberging
• Onroerend Erfgoed (agentschap van de Vlaamse overheid)
• Logboek van de Kogge (boek)
• Het mysterie van De Kogge (schoolproject)