Het college van B&W heeft met veel belangstelling het rapport ‘Kaderstelling Decentralisaties Kampen’ van de rekenkamercommissie gelezen en haar positieve waardering erover uitgesproken.
De commissie deed dit onderzoek naar het proces van de drie decentralisaties van het sociaal domein in Kampen op verzoek van de raad zelf. De conclusies en de aanbevelingen die de rekenkamercommissie doet neemt het college graag ter harte. Belangrijk onderdeel van het rapport is de ‘Handreiking Dashboard Raad’, dat de raad kan toepassen bij de nadere besluitvorming.
De centrale vraag van de raad voor de rekenkamer was: Wat zijn de belangrijkste punten waar de raad op zou moeten letten bij de kaderstelling van de drie decentralisaties, gelet op de controle, monitoring en bijstellingen van de uitvoering van het beleid? Het feit dat er nu onderzoek is gedaan naar totstandkoming van beleid in plaats van de uitvoering van beleid stemde B&W positief. Hiermee geeft het niet alleen goed inzicht in de lessen uit het verleden, maar ook in de stand van zaken en de lessen die de komende periode extra aandacht verdienen.
Enkele conclusies en aanbevelingen op een rij:
De gemeenteraad is op tijd en goed betrokken bij de kaderstelling tot nu toe. Het college wil deze lijn graag voortzetten.
Toch moet een aantal kaders nog verder uitgewerkt worden, zoals bijvoorbeeld:
a. de feitelijke opgave en de beoogde maatschappelijke effecten: meer resultaatgericht formuleren van kaders;
b. de manier waarop de raad samenwerkingsverbanden wil kunnen sturen en controleren (democratische legitimiteit);
c. de financiële kaders voor het sociaal domein (onder andere risicobeheersing en eigen bijdragen).
Tot nu toe er is volgens de rekenkamer onvoldoende aandacht voor de risico’s, alhoewel er de laatste maanden op ambtelijk niveau aandacht voor is ontstaan. Het college gaat graag met de raad in dialoog om samen te verkennen welke risico’s er zijn en hoe hiermee om te gaan, maar ook hoe om te gaan met onvoorziene risico’s.
Er is te zien dat Kampen heeft geleerd van vorige decentralisaties, onder andere door de investering die is gedaan in goede samenwerking met betrokken partners en in nieuwe vaardigheden en kennis die nodig zijn om de nieuwe taken uit te kunnen voeren.
Een punt waarvoor het college in de toekomst meer aandacht vraagt, is de veronderstelling van de kracht van de samenleving. Net als alle andere Nederlandse gemeenten gaan we met het Kamper Kompas uit van een veronderstelling dat er Kamper Kracht is. Het college vraagt zich af hoe gemeenten de samenleving kunnen beïnvloeden wanneer deze niet zo krachtig en bereidwillig blijkt als nu wordt verondersteld?
Grote opgave
Het onderzoek en de bijbehorende handreiking geven goede handvatten om de kaders verder uit te werken en laten tegelijkertijd zien hoe groot de opgave is. Coördinerend wethouder Gerlofsma: “Het zijn ingewikkelde opgaven waar we voor staan met de 3D’s en we weten dat er inwoners zijn die zich zorgen maken of ze straks nog de juiste ondersteuning (blijven) krijgen. Met het Kamper Kompas pakken we deze opgave samen met onze partners positief op en zorgen we ervoor dat inwoners die zorg nodig hebben, dat ook krijgen”.
De bevindingen uit het rapport zijn gebaseerd op een uitgebreide dossierstudie waarbij zowel stukken uit de gemeente Kampen zijn bestudeerd, als landelijke evaluaties en onderzoeken naar decentralisaties, als stukken van andere gemeenten. Aanvullend heeft een interview plaatsgevonden met een viertal sleutelpersonen uit de ambtelijke organisatie. Op basis van het conceptrapport is tijdens een werkconferentie met raadsleden nader vorm gegeven aan de aanbevelingen van het onderzoek.