Dijkinspecties afgerond
Het Waterschap Groot Salland heeft de jaarlijkse ‘dijkschouw’ afgerond. Dijkinspecteurs controleerden of de dijken goed de zomer zijn doorgekomen en waar herstelwerkzaamheden nodig zijn. Ook bekeken ze of delen van dijken goed zijn onderhouden door eigenaren en andere onderhoudsplichtigen. Opvallende zaken? Minder schade door woelmuizen, de Japanse duizendknoop blijft een probleemplant en diverse graafschades door muskusratten, mollen, vossen en honden.
Afname woelmuizen
Wat dit jaar het meest opvalt, is de enorme afname van schade door woelmuizen. Het aantal schadelocaties liep terug van 110 naar 20, wel met aanzienlijke graverij door de muizen.
Ongewenste begroeiing
Ook trof het waterschap de Japanse duizendknoop weer aan. Dit is een plant die lastig te bestrijden is en zich snel uitbreidt. De Japanse duizendknoop verdringt de grasmat van de dijk, waardoor de dijk minder sterk wordt. Ook kan de duizendknoop kades beschadigen.
Op de Vechtdijken kwamen de dijkinspecteurs veel locaties met mosgroei tegen. Hier zijn aanvullende maatregelen nodig om de mosgroei terug te dringen.
Op een aantal locaties op de zanderige Vechtdijken zijn kale plekken ontstaan in de grasmat door emelten (larven van de langpootmug). Dit zijn aandachtspunten tijdens hoogwater.
Overige schades
In vergelijking met vorig jaar viel het aantal molshopen in de dijken erg mee. Het waterschap beperkt deze schades door de inzet van mollenvangers. Verder noteerden de inspecteurs negen vossenholen, 65 locaties met graafschade door konijnen en 18 beschadigde plekken door gegraaf van honden.
Er zijn iets minder muskusrattenschades (150) geconstateerd dan vorig jaar (158). Het gaat veelal om plekken waar in het verleden muskusratten hebben gezeten. De meeste muskusrattenschades zijn inmiddels hersteld.
Op plekken waar de dijk ernstig beschadigd is, is bekramming aangebracht. Dit is een soort ‘dijkenpleister’.
Toetsing
Het gebied van het Waterschap Groot Salland telt circa 200 kilometer primaire waterkeringen langs de IJssel, het Zwarte Water, Zwarte Meer en de Vecht. Daarnaast liggen in het gebied 100 kilometer regionale keringen en nog eens zo’n 200 kilometer overige waterkeringen (zoals langs het Overijssels Kanaal en de Dedemsvaart). Het waterschap toetst, naast de halfjaarlijkse controle tijdens de dijkschouw, elke zes jaar de kwaliteit van de dijken grondig volgens de regels van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Steeds worden nieuwe methoden in de toetsing verwerkt, waardoor de dijken volgens de nieuwste inzichten worden beoordeeld. Zo weet het waterschap waar verbeteringen nodig zijn en welke prioriteit ze moeten krijgen. Door de voortdurende wisselwerking tussen dijkschouw, toetsing en verbetering blijven de dijken op orde.