Het einde van een tijdperk. Waar Tony Korteschiel (69) bijna vijftig jaar zijn winkel runde, komen nu appartementen.

1281

De dierenspeciaalzaak in het centrum van Kampen houdt definitief op te bestaan. De panden zijn verkocht. Waar Tony Korteschiel (69) bijna vijftig jaar zijn winkel runde, komen nu appartementen. Het einde van een tijdperk. Sinds 1972 verkocht Tony vele tienduizenden visvergunningen. Reden te meer voor Renko van Bodegraven, voorzitter van Hengelaarsvereniging Ons Vermaak, om Tony tot erelid van de vereniging te benoemen. Daar hoort natuurlijk ook een fraaie beker bij. ‘Ik ben aangenaam verrast’, zo liet de winkelier zich ontvallen.

Het is goed, zo. Zijn drie aaneengesloten panden zijn verkocht en een projectontwikkelaar gaat er tien appartementen in onderbrengen. ‘Of ik de zaak niet beter had kunnen verkopen, zodat iemand anders met de dierenspeciaalzaak verder had gekund? Als je goed nadenkt, dan weet je dat een dergelijke speciaalzaak vandaag de dag geen perspectief meer biedt.’

Schrikken
‘Het was even schrikken toen er een complete delegatie aan de winkeldeur stond’, vertelt Korteschiel nadat hij thuis weer van de schrik is bekomen. ‘Maar ik vond het een geweldig mooie afsluiting, waar ik absoluut niet op had gerekend. Een complete verrassing.’ Hij was bijzonder in zijn nopjes met een ‘mooie en originele’ tekening van zijn drie panden. ‘Met dank aan de nieuwe eigenaar, de heer Vos, en de prima bemiddeling van Gerhard van der Kooy. Een wens vervuld. Ik had dit nog altijd op mijn verlanglijstje staan, en het dan toch ter afsluiting zomaar gekregen.’ Hij was er even stil van, zo bekent hij. ‘Dit was een bezegeling van het echte afscheid. Het raakte mij behoorlijk. Ik stond ineens in de realiteit waar dit, al werkende, gevoelsmatig kennelijk nog niet was doordrongen.’

Hengelsport
Al in 1974 begon hij met een hengelsportafdeling. Dat kreeg grote vleugels toen hij in 1984 het ‘zijgebouw erbij kocht’. ‘Kampen is qua viswater het Mekka voor de sportvisser!’ Vooral Duitsers deden veelvuldig Kampen – en zijn winkel – aan. ‘Hengelsportvereniging Ons Vermaak besloot om veel van de door haar beheerde wateren niet onder te brengen in de Grote Visvergunning. Een ieder die dus in haar wateren wilde vissen, moest een vergunning bij Ons Vermaak kopen.’ Korteschiel werd de grootgrossier van deze vergunningen. ‘Er zijn jaren bij geweest waarbij ik wel voor 25- tot dertigduizend euro aan visvergunningen verkocht!’

Feestje
Het feestje werd al helemaal compleet met een blijvend aandenken en geschenk van Ons Vermaak als erelid. ‘Ook al zoiets waar ik als bescheiden mens nooit op had gerekend. Nu moet ik echt wel tijd vrijmaken om te vissen’, grapt hij. Een speciaal woord van dank had hij voor de voorzitter van de hengelaarsvereniging: ‘Ik heb de samenwerking met Ons Vermaak altijd zeer prettig gevonden. Mede door jouw inbreng en bijdrage in het verleden aan de opbouw van de totale hengelsport, Renko. Eerst als jonge winkelbediende en nu als voorzitter. We kennen elkaar al zo lang, en jij werd uiteindelijk met VBO-Accountancy mijn vaste boekhouder. Mooi hoe dit gelopen is. Ik heb er blijvende, goede herinneringen aan.’

Deurmat
Inmiddels is de zaak leeg. De uitverkoop is voorbij. Winkelstellingen zijn gedoneerd aan de Voedselbank en door vrijwilligers (‘allemaal potige kerels van boven de zeventig’) uit elkaar gehaald en meegenomen. Wat rest is een leeg pand. ‘Als je zo bezig bent met het opruimen, dan komen er natuurlijk veel herinneringen boven’, zo vertelt hij en hij verhaalt van mensen die hier allemaal gewerkt hebben of op andere wijze een rol van betekenis hebben vervuld. ‘Door de consternatie en focus op het leegmaken van de winkel, vergeet ik steeds in de interviews al die mensen te bedanken die mij altijd tot steun zijn geweest…’

Ondanks alle herinneringen, lijkt hij vooral nuchter tegen het afscheid aan te kijken. ‘Het is goed zo’, klinkt het berustend. Naast de beker van Ons Vermaak en de ingelijste tekening van zijn drie panden, neemt hij ook de rubberen deurmat als herinnering mee. ‘Een trouw paard; die dank je niet af’, grapt hij. ‘De mat lag er al vanaf het begin. Iedere klant die hier binnen is gekomen, is erover heen gegaan. Dus die gaat niet weg…’