Vrijdag was de jaarlijkse Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust. Op die dag worden wereldwijd de mensen herdacht die door de nazi’s zijn vervolgd vanwege hun afkomst, nationaliteit of politieke ideologie. 29 januari staat in teken van de Nationale Herdenking Holocaust. Onder de slachtoffers bevonden zich ook duizenden Jehovah’s Getuigen, die wegens hun christelijke geloof doelwit waren van de nazi’s.
Jehovah’s Getuigen, destijds ook bekend als Bijbelonderzoekers, waren “de enige groep in het Derde Rijk die uitsluitend op basis van hun religieuze overtuiging werden vervolgd”, aldus de Duitse historicus Robert Gerwath. Volgens Christine King, Brits historicus en gespecialiseerd in de geschiedenis van nazi-Duitsland, zag het naziregime de Getuigen als “vijanden van de staat” vanwege hun “openlijke weigering om zelfs maar de kleinste elementen van het nazisme te accepteren, omdat die niet bij hun geloof en hun overtuigingen pasten.”
De politiek neutrale Getuigen weigerden op religieuze gronden om de Hitlergroet te brengen, deel te nemen aan racistische en gewelddadige acties, en in het Duitse leger te gaan. Bovendien stelden ze in hun literatuur “het kwaad van het regime openlijk aan de kaak, inclusief wat er gebeurde met de Joden”, verklaarde King.
De Getuigen behoorden dan ook tot de eersten die naar de concentratiekampen werden gestuurd. Ze waren daar te herkennen aan een uniek symbool, een paarse driehoek op hun kleding. Van de ongeveer 35.000 Getuigen die in Duitsland en in de bezette gebieden woonden, kreeg meer dan een derde met directe vervolging te maken. De meeste werden gearresteerd en gevangengenomen. Honderden kinderen van Jehovah’s Getuigen werden in nazi-gezinnen geplaatst of naar heropvoedingskampen gestuurd. Ongeveer 4.200 Getuigen belandden in een concentratiekamp. De historicus Detlef Garbe, die veel onderzoek heeft gedaan naar de vervolging van Getuigen, schreef: “Het uitdrukkelijke streven van de nazileiders was om deze Bijbelstudenten volledig uit de Duitse geschiedenis te bannen.” Naar schatting 1600 Getuigen stierven door de vervolging; 370 van hen werden geëxecuteerd.
De nazi’s probeerden de wil van de Getuigen te breken door hun een gemakkelijke weg naar vrijheid voor te houden: een belofte van gehoorzaamheid. De standaard Erklärung die hiervoor vanaf 1938 werd gebruikt, verplichtte de ondertekenaar om zijn of haar geloof af te zweren, andere Getuigen bij de politie aan te geven en zich aan de naziregering te onderwerpen. Ook verklaarde de ondertekenaar daarmee bereid te zijn het ‘Vaderland’ met wapens te verdedigen. Gevangenis- en kampbeambten martelden de Getuigen vaak om ze zover te krijgen zo’n Erklärung te ondertekenen. Maar volgens Garbe maakte slechts een “uiterst klein” aantal Getuigen van deze mogelijkheid gebruik.
Geneviève de Gaulle, nicht van de Franse generaal Charles de Gaulle en lid van het Franse verzet, zei over vrouwelijke Getuigen in concentratiekamp Ravensbrück: “Wat ik heel erg in hen heb bewonderd, was dat zij op elk moment het kamp hadden kunnen verlaten, simpelweg door een afzwering van hun geloof te ondertekenen. Ook al leken ze heel zwak en uitgeput, uiteindelijk waren deze vrouwen sterker dan de SS, die de macht had en alle middelen tot z’n beschikking had. [De Getuigen] waren sterk, en het was hun wilskracht die niemand kon verslaan.”
De nazidwang werkte bij Jehovah’s Getuigen dus niet. Daarentegen bewoog de maatschappij in het algemeen mee met het nazisysteem, zowel voor als tijdens de Holocaust. De jaarlijkse Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust is dan ook een goed moment om ook stil te staan bij het geweldloze verzet van de Getuigen tegen racisme, extreem nationalisme en geweld.
(Ingezonden bericht(red.)