Kampen neemt standpunt in over ouderbijdrage Jeugdhulp

169

jeugd

Het college van B&W heeft besloten de inning van de ouderbijdrage voor jeugdhulp met verblijf niet op te schorten en deze te innen zoals de Jeugdwet 2015 dit voorschrijft. Zij komt hiermee met een duidelijk standpunt in de landelijke discussie rondom dit thema.

Er is weerstand bij sommige gemeenten, zorgaanbieders, de samenleving en enkele fracties in de Tweede Kamer tegen de ouderbijdrage voor Jeugd-GGZ. Men is bang dat ouders door de ouderbijdrage afzien van noodzakelijke zorg. Sommige gemeenten hebben daarom besloten de ouderbijdrage Jeugd-GGZ niet te innen of de inning op te schorten. Staatssecretaris van Rijn heeft toegezegd hier onderzoek naar te doen en ook naar de mogelijkheden die de wet biedt om de ouderbijdrage niet in rekening te hoeven brengen.

College kiest voor gelijke behandeling van alle doelgroepen
Het college heeft de voors en tegens van het innen van de ouderbijdrage voor de Jeugd-GGZ afgewogen en besloten de ouderbijdrage volgens de Jeugdwet voor alle jeugdhulp met verblijf te (blijven) innen.
Verantwoordelijk wethouder Meijering licht toe: “De ouderbijdrage in de jeugdhulp is niet nieuw. Voor de jeugdhulp met verblijf, wat voorheen bij de Provincie lag, werd altijd al een ouderbijdrage gevraagd. Alleen de ouderbijdrage voor (voormalig) Awbz Jeugdhulp met verblijf en Jeugd-GGZ met verblijf zoals we dat van het Rijk overgedragen hebben gekregen is nieuw. Het college wil ten aanzien van de ouderbijdrage alle doelgroepen gelijk behandelen en daarom hebben we ervoor gekozen voor alle vormen een ouderbijdrage innen”. Daarnaast wil het college geen verkeerde verwachtingen wekken en voorkomen dat er betalingsproblemen ontstaan op het moment dat gemeenten de ouderbijdrage, met terugwerkende kracht, alsnog moeten gaan innen. Mochten de uitkomsten van het landelijk onderzoek leiden tot wijzigingen, dan zal de gemeente deze overnemen.

De jeugdwet 2015 en de ouderbijdrage
In de jeugdwet 2015 is geregeld dat voor jeugdhulp met verblijf een ouderbijdrage is verschuldigd. Als een kind buiten het eigen gezin wordt verzorgd en opgevoed, of als het kind voor een dagdeel buitenshuis verblijft, zijn ouders verplicht bij te dragen in de kosten. Het argument hiervoor is dat ouders kosten besparen doordat het kind niet thuis verblijft. Voorbeelden van verblijf zijn; verblijf in een pleeggezin, verblijf in een GGZ-instelling, verblijf in een orthopedagogische behandelcentrum, verblijf op een zorgboerderij. Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) stelt de hoogte van de ouderbijdrage per situatie vast en int deze. De bedragen liggen wettelijk vast en worden onder andere bepaald door de leeftijd van het kind en de duur van het verblijf. In een aantal gevallen is op grond van de Jeugdwet geen ouderbijdrage verschuldigd. Het CAK kan de ouderbijdrage buiten invordering stellen. De ouder hoeft in dat geval de ouderbijdrage niet te betalen.
Deze regels gelden alleen voor nieuwe cliënten jeugdhulp met verblijf. Is de indicatie jeugdhulp met verblijf in 2014 gesteld dan verandert er, onder het overgangsrecht, niets aan de ouderbijdrage.

Op kampen.nl/veranderingenindezorg zijn diverse informatiekaarten over jeugdhulp en de ouderbijdrage beschikbaar.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP