In de middag en avond van woensdag 28 mei is er lokaal op twee plaatsen op politiek niveau vergaderd over het behoud van de kogge, die in de IJssel naast Brunnepe is gevonden. In Zwolle vergaderden Provinciale Staten of zij (financieel) willen bijdrage aan (blijvende) tentoonstelling in Kampen van de kogge nadat die geborgen is. In het Kamper stadhuis boog de gemeenteraad zich over een raadsvoorstel om de IJsselkogge vlakbij de vindplaats te exposeren.
Als agendapunt 10 stond op de maandelijkse gemeenteraadsvergadering een voorstel van het College van B&W om de IJsselkogge in een vitrine op het droge te exposeren en daarvoor structureel financiële middelen vrij te maken. Kort na aanvang van de vergadering in het Kamper stadhuis werd bekend dat bij de buren in het Provinciehuis besloten was het streven te ondersteunen om de IJsselkogge voor Kampen te behouden, dit vanwege het gemeentegrensoverschrijdende cultureel-historische belang van de vondst door Rijkswaterstaat. Deze was, bij voorbereidend onderzoek voor het verdiepen van de rivierbedding, op een nagenoeg intact exemplaar van een kogge gestuit. Deze schepen brachten in de Hanzetijd Kampen grote economische bloei. Alleen de mast en het kasteel (”stuurhut”) ontbreken.
Alle partijen in de Kamper gemeenteraad erkennen de grote cultureel-historische waarde van de IJsselkogge. Over de hoogte van de daarvoor te reserveren financiële middelen, trad echter verschil van mening op. Burgemeester Koelewijn had gedurende de bespreking van dit agendapunt zijn voorzittershamer overgedragen aan GBK-fractievoorzitter Holtland. Zo werd belangenverstrengeling vermeden omdat Bort Koelewijn de portefeuillehouder is over dit onderwerp, samen met Janita Tabak maar die had juist ’s middags tijdens een feestelijke receptie afscheid genomen van de Raad.
Financieel wethouder Ekker lichtte de details toe van de bedragen die eenmalig en op jaarbasis nodig zullen zijn om de kogge in de beoogde parkeergarage bij de Buitenhaven te bewaren en te tonen aan het publiek. Hierover kwamen de nodige vragen los die de tijdelijk voorzitter na enige tijd een halt toeriep. De klok liep immers alweer richting het middernachtelijk uur. Uit de eerste reacties van alle partijen was het Albert Holtland duidelijk geworden dat er onvoldoende draagvlak was om de voorgestelde bedragen volledig beschikbaar te stellen.
Bort Koelewijn kwam daarop met het voorstel om het agendapunt een maand op te schorten en hem de opdracht te geven aanvullende financiële middelen c.q. partners te zoeken, bijvoorbeeld in een zogenaamd cofinancieringfonds. Daarmee zou wel de deadline van 1 juni overschreden worden. Rijkswaterstaat had deze datum als limiet gesteld. Als het Kamper gemeentebestuur dan nog geen besluit genomen zou hebben, zou Rijkswaterstaat ook in andere plaatsen, buiten Kampen, gaan zoeken naar expositiemogelijkheden. Koelewijn gaf aan dit risico te willen nemen. Er stonden nog enkele kleine punten op de agenda en onder tijdsdruk werd een besluit genomen. Men was niet bereid om de vergadering zaterdagochtend om zeven uur voort te zetten, zoals burgemeester Koelewijn al eens eerder had gepresteerd.
Besloten werd om dit agendapunt een maand op te schorten en de portefeuillehouder op financiële verkenningstocht te sturen. Vanzelfsprekend zal hij ook Rijkswaterstaat verzoeken om uitstel van de deadline. Zo is ’s middags het behoud van de IJsselkogge op provinciaal niveau dichterbij gekomen maar is dat op gemeentelijk niveau nog bijna verder weg geraakt.