KAMPEN – Het bestuur van de Stichting Kamper Struikelstenen heeft besloten hun Zwolse zusterorganisatie een steentje te schenken. Het gaat om een steentje voor Vroutje Marcus Blom.
Struikelstenen worden gelegd voor het huis, waaruit in de oorlog een slachtoffer van de nazi’s werd weggevoerd en die oorlog niet overleefde. In Kampen zijn door de Stichting Kamper Struikelstenen in de afgelopen jaren 46 steentjes gelegd. Daarmee is het Kamper project afgerond.
In Zwolle is nu een vergelijkbare stichting opgericht. Vanuit Zwolle werd tijdens de oorlog Vroutje Marcus weggevoerd, die jarenlang met haar man in Kampen gewoond heeft. De Kamper stichting neemt de kosten voor de struikelsteen voor haar rekening. Voorzitter Pieter Treep: “Wij weten uit onze ervaring hoe lastig het is om de financiën rond te krijgen. Daarom willen we voor deze oud-Kamperse graag onze zusterstichting tegemoet komen.”
Vroutje Marcus-Blom werd geboren op 31 januari 1875 in Uithoorn. In 1928 trouwde ze met Jacob Marcus. Voor hem was dat zijn tweede huwelijk. Zijn eerste vrouw, Rosa Marcus-Meijer, overleed in 1920. Zij hadden twee kinderen, Aaltje (1899) en Eli (1905), beiden zijn in de WOII omgekomen. Marcus stamde uit de bekende Zwolse slagersfamilie Marcus met onder meer filialen in Amsterdam en Rotterdam. Eind negentiende eeuw opende hij in Kampen een Friesche Vleeschhouwerij aan de Oudestraat 67. Dat was destijds een deftige zaak, die zelfs het predicaat Hofleverancier mocht dragen. Marcus was in Kampen een bekende verschijning. Hij zat in het bestuur van de Joodse gemeente te Kampen, waar hij ook een tijdje secretaris-penningmeester van was.
In 1937 verhuisde hij met zijn tweede vrouw Vroutje Marcus-Blom naar Zwolle. Daar overleed hij op 15 november 1942. Zijn vrouw werd in 1943, toen in Overijssel de laatste Joden moesten worden gedeporteerd, uit haar huis gehaald aan de Brederodestraat 137. Zij ging op 11 mei 1943 met de trein van Westerbork naar Sobibor, waar ze drie dagen later werd vermoord.
