Nieuwe verordening Maatschappelijke Ondersteuning

152
8183_fullimage_logo_gemeenteDe gemeente Kampen heeft haar verordening Maatschappelijke Ondersteuning aangepast. In de nieuwe verordening staat een andere benadering en werkwijze beschreven als het gaat om inwoners die bij de gemeente aankloppen met een vraag om ondersteuning. Daar waar de huidige verordening standaard een aantal hulpmiddelen en voorzieningen aanbiedt, wordt nu gekeken naar de behoefte van iemand en wat iemand nodig heeft in zijn of haar eigen situatie. Wensen en mogelijkheden staan centraal, samen zoeken naar oplossingen en in een gesprek komen tot het gewenste ondersteuningsaanbod.
Tot nu toe was het voor inwoners gebruikelijk om een voorziening aan te vragen: “Ik heb wat, dus ik het recht op een voorziening”. De gemeente bekeek vervolgens of iemand voor de voorziening in aanmerking kwam. In de nieuwe aanpak staat de klant centraal en samen met hem of haar zoeken we naar een passende oplossing. “Ik heb recht op…” verandert en wordt “Ik kan zelf … en heb dan nog nodig…”. Mensen zullen dus zelf meer moeten gaan doen en regelen met steun van de mensen om hen heen. Het leunen op de overheid verdwijnt. De nadruk komt meer te liggen op de eigen kracht van mensen, eigen verantwoordelijkheid en informele zorg. In de nieuwe werkwijze wordt meer gekeken naar wat men zelf nog kan en wat de omgeving kan betekenen. Breed kijken en samen zoeken naar oplossingen is de nieuwe werkwijze.

De praktijk: het keukentafelgesprek

In plaats van het invullen van een aanvraagformulier loopt het eerste contact tussen klant en de gemeente voortaan via een gesprek. Dit gesprek – ook wel het keukentafelgesprek genoemd – is het moment om de hulpvraag helder te krijgen: Wat is nu precies de vraag of de beperking van de inwoner? Spelen er meerdere vragen? Zit er misschien een vraag achter de vraag? Vervolgens wordt gekeken wat iemand er zelf aan heeft gedaan of kan gaan doen om het op te lossen, zoals het gebruik maken van algemene en collectieve voorzieningen, mantelzorg, verenigingswerk, kerk, etc. Vanuit het gesprek komt een scala aan mogelijkheden: wat kan de inwoner zelf, wat kan de inwoner met behulp van zijn omgeving, van welke algemene en collectieve voorzieningen kan iemand gebruik maken en – indien nodig – welke aanvullende voorziening van de gemeente is nog nodig om iemand te verder te helpen? Hiervan wordt een verslag gemaakt dat door beide partijen wordt ondertekend. In een aantal gevallen zal het gesprek niet uitmonden in een aanvraag voor een voorziening omdat de vraag op een andere manier kan worden opgelost.
Wethouder Lidi Kievit: “Inwoners met een vraag komen niet meer naar het stadhuis om een voorziening aan te vragen, maar voor een gesprek. Door het gesprek aan te gaan, kunnen we breder kijken dan alleen de vraag. Insteek van het gesprek is te kijken naar wat mensen wél kunnen en wat nodig is om daarin ondersteund te worden. De gemeente vult aan op wat iemand met zijn omgeving zelf kan regelen. Dit kan tot verrassende, simpele oplossingen leiden”.
De nieuwe Verordening Maatschappelijke Ondersteuning wordt op 17 oktober door de gemeenteraad besproken. Na vaststelling door de raad gaat de nieuwe verordening per 1 januari 2014 in.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP