De Stadserven wil pachtprijs Kampereiland terugbrengen naar regionorm

433

Aeres-onderzoek: pachtafhankelijke melkveebedrijven in het nadeel

De pachtnormensystematiek heeft door de dalende rente en de stijgende pacht in de afgelopen jaren een negatieve uitwerking gehad voor sterk pachtafhankelijke bedrijven op het Kampereiland. Ten opzichte van het noordelijke weidegebied ontwikkelden de pachtafhankelijke bedrijven op het Kampereiland zich de laatste jaren minder hard en zijn ze gemiddeld genomen kleiner in omvang. Dit blijkt uit onderzoek door Aeres Hogeschool Dronten, aangevuld met expertise van Wageningen Economic Research, naar de positie van de melkveehouderij op het Kampereiland.

Het rapport, dat onder leiding van Ron Methorst tot stand is gekomen, is vandaag door de Stadserven aangeboden aan de gemeente Kampen. Voor de Stadserven zijn de uitkomsten van het onderzoek aanleiding om de pachtprijs terug te willen brengen naar de regionorm en de pachtafhankelijkheid van de bedrijven op het Kampereiland te verminderen. Deze pachtafhankelijkheid is onderdeel van een beleidsvisie die wordt geschreven. De pachters worden uitgenodigd hierover mee te denken.

In opdracht van de Stadserven is onderzocht in hoeverre de wettelijke pachtprijssystematiek aansluit bij de situatie van de sterk pachtafhankelijke bedrijven op het Kampereiland. De agrarische structuur, de bedrijfsstructuur en de bedrijfseconomische resultaten van bedrijven op het Kampereiland zijn vergeleken met het noordelijke weidegebied, het oostelijk veehouderijgebied en pachtafhankelijke melkveebedrijven in Nederland. Kampereiland valt onder de pachtprijsregio noordelijk weidegebied.
Het onderzoek maakt duidelijk dat bij de melkveebedrijven op Kampereiland het verschil in Vergoeding voor Arbeid en Eigen Vermogen op bedrijfsniveau met name wordt veroorzaakt door een kleinere bedrijfsomvang en dat pachtafhankelijkheid hierin een belangrijke rol speelt. Hoewel de technische bedrijfsresultaten van de bedrijven op Kampereiland vergelijkbaar zijn, heeft dit voor de bedrijven op Kampereiland over de afgelopen jaren een cumulatief negatief effect gehad op de ruimte voor bedrijfsontwikkeling. De liquiditeitspositie stond bij de lage melkprijs in 2016 sterk onder druk. De uitgevoerde trendanalyse van een dalende rente in combinatie met een verhoging van de pachtprijs laat dit effect op het bedrijfsinkomen ook zien. Waar niet pachtafhankelijke bedrijven in het noordelijk weidegebied juist voordeel van 5.000 euro hebben gehad van de dalende rente betekent de pachtprijsverhoging voor het Kampereiland een inkomensverlaging met ruim 10.000 euro. Deze situatie geldt zowel voor sterk pachtafhankelijke bedrijven binnen als buiten het Kampereiland.

De hoogte van de pacht is niet het enige aspect dat bepaalt hoeveel er onder de streep overblijft voor de pachtende veehouders op het Kampereiland. De pachtafhankelijkheid is ook bepalend voor de mogelijkheden van bedrijfsontwikkeling. Het rapport stelt dat naast kostprijsverlaging ook inkomstenverhoging een strategie is die mogelijkheden biedt: “Het gebied leent zich door de bijzondere eigenschappen voor toerisme, streekproducten, biologische producten en andere multifunctionele activiteiten op het boerenerf. Om de dynamiek in het gebied te behouden en te versterken is het belangrijk om de mogelijkheden voor bedrijfsontwikkeling te versterken.”
Bedrijfsontwikkeling kan op vele manieren plaatsvinden, deze zijn ook verschillend in het effect op het karakter van het gebied. Om hierin de maatregelen te nemen die passen bij de doelstellingen van de Stadserven, wordt een beleidsvisie ontwikkeld, waarin de structuurversterking en het verminderen van de pachtafhankelijkheid belangrijke onderwerpen zijn.

Maatregelen
Het Kampereiland is het grootste aaneengesloten pachtgebied in Nederland. Landbouwgrond op het Kampereiland is vrijwel geheel uitgegeven in reguliere pacht en de bedrijven horen tot de ongeveer 11% van alle melkveebedrijven in Nederland die zeer sterk afhankelijk zijn van pacht. De pachtprijs wordt gereguleerd door het Pachtprijzenbesluit 2007. De sterke verhogingen van de hoogst toelaatbare pachtprijzen in 2015 (13%) en 2016 (22%) vielen samen met een lage melkprijs in die jaren. Naast het structurele effect van pachtafhankelijkheid op de bedrijfsontwikkeling, leidde dit bij veel melkveebedrijven op het Kampereiland tot liquiditeitsproblemen. In november vorig jaar bracht een groep jonge ondernemers van het Kampereiland hun situatie onder de aandacht van de verpachter en de plaatselijke politiek. In een goede samenwerking tussen pachters en verpachter is vervolgens de onderzoekers gevraagd meer inzicht te bieden in de relatieve positie van de melkveehouderij op het Kampereiland met betrekking tot de pachtsituatie. De uitkomst van het onderzoek wordt zowel door pachters als verpachter onderschreven.

Nu het onderzoeksrapport voorligt heeft de Stadserven besloten maatregelen te nemen. De Stadserven wil de pachtprijs terugbrengen naar de regionorm in plaats van het wettelijk toegestane plafond te hanteren van 110% van de regionorm. Tevens zullen, in samenspraak met de pachters, voorstellen worden uitgewerkt om de pachtafhankelijkheid te verminderen ter versterking van de melkveehouderij op het Kampereiland. Deze worden opgenomen in de beleidsvisie die de Stadserven maakt. Hiermee volgt de Stadserven de aanbevelingen van het rapport.

Totstandkoming
Bij het bepalen van de onderzoeksopzet is er nadrukkelijk op gelet dat het onderzoek recht doet aan de diversiteit van belangen in het gebied. Daarom zijn alle belanghebbenden actief betrokkenen in het proces. In een klankbordgroep bestaande uit de gemeente Kampen, Pachtersbond, LTO en jonge boeren zijn de grote lijnen uitgezet. Hieruit is een begeleidingscommissie gevormd die in alle fasen meedacht met de onderzoekers over de analyse van de cijfers en de conclusies. Tot deze commissie behoorden de twee jonge pachters Ben-Jan Netjes en Klaas Jan Bruins en tevens Jan Groen en Lück Duitman. Ook Stadserven-directeur Michiel de Koe was erbij.

In het onderzoek heeft ook een groep experts haar visie gegeven. Het gaat om Krijn Poppe (landbouweconoom), Frank Verhoeven (Boerenverstand), Niek Groot Wassink (DLV Advies) en Lück Duitman (voorzitter van de Pachtersbond en tevens gerespecteerd bedrijfseconoom).

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP