De uitkomsten van de grondonderzoeken door ProRail naar de stabiliteit van de bodem onder de Kamperlijn zijn teleurstellend voor de provincie Overijssel, de gemeenten Zwolle en Kampen en vervoerder Keolis. Alleen tegen zeer hoge kosten – minimaal 35 tot 100 miljoen euro – kan de snelheid omhoog van 100 naar 140 km/uur. De voorbereiding en uitvoering kosten 4 tot 6 jaar.
Betrouwbare dienstregeling
Dat betekent dat de provincie en gemeenten niet de treindienst kunnen rijden, waarvoor we destijds de overeenkomst met ProRail zijn aangegaan. Voor de provincie, gemeenten en vervoerder Keolis zijn een betrouwbare dienstregeling met goede aansluitingen van groot belang. De kwaliteit die nu geboden wordt op de Kamperlijn en de waardering van de reizigers willen de betrokken overheden en vervoerder Keolis hoog houden. Op dit moment heeft de Kamperlijn een punctualiteit van 98% en een waardering van 7,6.
Dagelijks maken zo’n 5000 reizigers gebruik van de Kamperlijn. Hiervan stapt 33 procent (circa 1650 reizigers) over op andere treinlijnen. Het aantal overstappen groeit nog verder op het moment dat ook de reizigers (circa 500 reizigers) uit Stadshagen mee kunnen.
Stop in Stadshagen wel mogelijk?
Daarom hebben provincie en gemeenten Zwolle en Kampen aan ProRail gevraagd verschillende alternatieven in beeld te brengen voor de korte en lange termijn. Er zijn in totaal 42 verschillende maatregelen onderzocht. En samen met vervoerder Keolis zijn testritten uitgevoerd met stops op station Stadshagen. Daaruit blijkt dat mét extra maatregelen een stop op Stadshagen met 100 km/uur mogelijk is. Hierbij gaat het onder andere om de inzet van een extra machinist om de keertijd in Zwolle en Kampen te versnellen en om maatregelen aan het spoor om de robuustheid te vergroten, zoals aanpassen van seinen en beveiliging, gedeeltelijke snelheidsverhoging tussen Zwolle en station Stadshagen en een verbeterde energievoorziening om sneller met de trein op te trekken.
Een dienstregeling met een stop in Stadshagen lijkt dan net te passen, maar door de langere rijtijd wordt voor een aantal aansluitingen de overstaptijd met 5 á 6 minuten zeer kritisch (Leeuwarden, Deventer) of niet gehaald (Lelystad/Den Haag). Dat betekent vervoerkundig een verslechtering voor de reizigers. Voor de uitvoering van de maatregelen is minimaal een half jaar tot 2 jaar nodig. Dit vergt mogelijk tot 8 ton extra per jaar aan exploitatiekosten. De kosten voor de uitvoering van de kleine maatregelen aan het spoor worden geschat op 1,3 miljoen euro.
De provincie en gemeenten Zwolle en Kampen vinden dat deze oplossing niet zorgt voor een voldoende robuuste dienstregeling, tegen hoge kosten en risico’s. Bovendien is nog niet duidelijk hoelang deze maatregel nodig is. De provincie en gemeenten vinden dat ProRail nu aan zet is om met een acceptabele oplossing te komen voor de korte en lange termijn. Hierin moet naar voren komen hoe snel maatregelen te realiseren zijn, tegen exact welke kosten en hoe dit gefinancierd kan worden. De uitkomsten van de businesscase zijn input voor het nieuw te nemen besluit over het openen van station Stadshagen.