Clown heeft vrij spel bij gemeente

1006

Door Alex de Jong @ Attest Communicatie

Kom je geschminkt als clown het gemeentehuis binnen, dan is dat wellicht opzienbarend, maar niet strafbaar. Maar wie vanaf heden met een boerka, bivakmuts of integraalhelm op zijn hoofd het gemeentehuis betreedt, kan rekenen op ‘commentaar’. En ‘meer’, als je de gezichtsbedekking niet snel verwijdert.

Vanaf 1 augustus is de wet ‘Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding’ landelijk in werking getreden. Ook in de gemeente Kampen geldt voortaan deze algemene wet. Wie weigert boerka of integraalhelm af te zetten, kan zelfs rekenen op politieoptreden.

‘Met tegenzin’
De ‘Wet Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding’ geldt voor ‘locaties waar communicatie via gezichtsuitdrukking belangrijk is’, zo vertelt het college van burgemeester en wethouders in een nota aan de gemeenteraad. ‘Het doel van de wet is de open communicatie tussen burgers te bevorderen en het verbergen van de identiteit – met welk oogmerk dan ook- te bemoeilijken.’ Burgemeester Bort Koelewijn gaf tijdens het wekelijkse persmoment aan ‘met enige tegenzin’ deze wet te gaan uitvoeren. ‘We doen het met enige aarzeling’, zo liet hij weten. ‘Tenslotte moet het wel praktisch zijn.’ Volgens de Kamper burgervader is het in de afgelopen paar jaar slechts eenmaal voorgekomen dat iemand ‘onherkenbaar’ het stadhuis binnenkwam. Dat was iemand met een integraalhelm op. Toen de man hierop werd aangesproken, deed hij meteen netjes de helm af; zich van geen kwaad bewust.

De wet
De Wet Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding verbiedt het dragen van kleding die het gezicht geheel of zodanig bedekt dat alleen de ogen onbedekt zijn, of onherkenbaar maakt. Het verbod geldt voor alle vormen van gezichtsbedekking zoals bivakmutsen, boerka’s, niqabs (boerka’s) en integraalhelmen. Een hoofddoek, een geschminkt gezicht, een sluier die het gezicht niet bedekt, of een hoofddeksel, valt niet onder het verbod. Het verbod geldt in onderwijsinstellingen, het openbaar vervoer, overheidsinstellingen en zorginstellingen.
Het verbod is van toepassing op gebouwen waar formele dienstverlening met een duidelijk overheidskenmerk centraal staat. Het moet dus gaan om dienstverlening die de gemeente ‘als overheid’ aanbiedt. Dit betekent dat het verbod geldt in het gemeentehuis, op de gemeentewerf, bij het CJG, bij het Stadsarchief en andere gemeentelijke gebouwen waar de gemeente ‘als overheid’ diensten verleent. Een gemeentelijk museum of gemeentelijke sporthal valt hier niet onder. Ook een gebouw waar een voorziening wordt geboden waarvoor de gemeente een subsidie heeft verleend, valt niet onder het verbod.
Het verbod geldt voor het gehele gebouw, dus niet alleen voor de voor het publiek vrij toegankelijke delen van het gebouw.

‘Overbodige wetgeving’
Wanneer een bezoeker (of personeel van de gemeente) met gezichtsbedekkende kleding in een gemeentelijk gebouw komt, wordt van de gemeente verwacht dat deze persoon wordt aangesproken op het overtreden van de wet. Daarbij kan, wanneer iemand weigert aan het verzoek gehoor te geven, de politie worden ingeschakeld. Koelewijn: ‘Ik heb het gevoel dat dit voor Kampen overbodige wetgeving is, maar we hebben ons te houden aan de wetten des lands. Met enige tegenzin voeren wij dit uit, maar in de praktijk zal het weinig uitmaken.’

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP