Afgelopen maandag werd in de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling gesproken over de toekomstige invulling van het Melmerpark. Het bestemmingsplan is verouderd en moet herzien worden. Het CDA Kampen liet bij monde van fractievoorzitter Jan Marskamp weten dat er absoluut iets moet gebeuren op het Melmerpark, maar dat het niet ten koste mag gaan van de ondernemers in het centrum. “Dit is niet het moment om zo veel ruimte te geven aan de concurrentie voor de binnenstad en de bestaande horeca op het Melmerpark.”
Fractievoorzitter Jan Marskamp liet tijdens de commissievergadering weten dat het voor het CDA onmiskenbaar dat er iets moet gebeuren met de ontwikkeling het Melmerpark. “Veel grond is nog onbebouwd. Tegelijkertijd maken wij ons zorgen over de effecten van de voorstellen van het college op de binnenstad en de bestaande horeca. Het CDA staat pal voor een vitale en aantrekkelijke binnenstad. Ter voorbereiding op de vergadering hebben wij dan ook met verschillende ondernemers uit de binnenstad gesproken. Zij hebben onze zorgen versterkt”, sprak Marskamp.
De zorgen van het CDA worden gedeeld door ondernemers, vastgoedeigenaren en horeca. Ze begrijpen niet dat het college alvast meer ruimte wil bieden op het Melmerpark terwijl de bredere detailhandelsvisie voor de hele stad nog moet worden herzien. Ook loopt het collegevoorstel vooruit op de horecavisie die de komende maanden – op initiatief van CDA Kampen – wordt ontwikkeld. Daar komt bij dat de horeca en retail het ontzettend moeilijk hebben door de coronacrisis. Marskamp: “Is dit nu het moment om meer ruimte te geven aan concurrentie voor de horeca? Is het niet wijzer eerst de bestaande bedrijven de tijd te geven om weer vet op de botten te krijgen? Dan hebben we ook de tijd om een goede horecavisie voor de hele gemeente Kampen op te stellen.”
Het CDA is blij dat het college toezegde eerst terug naar de tekentafel te gaan, voordat er opnieuw over deze kwestie gesproken zal worden. Ook dan zal het CDA opnieuw bepleiten dat het Melmerpark doorontwikkeld moet worden, maar dat dit niet ten koste mag gaan van een vitale en aantrekkelijke binnenstad.