Dromen van Kampen – Dinah Krijgsman

920

DROMEN VAN, VOOR EN DOOR IEDEREEN DIE ZICH VERBONDEN VOELT AAN KAMPEN

Door: Diana de Groot

Dinah Krijgsman – reddingshuis voor zowel beschadigde dieren als jongvolwassenen

Al voor ik op de bel kan drukken, zwaait de voordeur open en word ik enthousiast begroet door een nog tandenpoetsende Dinah. Met wat gemurmel en handgebaren leidt ze me naar de woonkamer, waar ik ook nog welkom wordt geheten door drie honden, een grote kater en de laatste aanwinst: de zwaar ondervoede, van straat geplukte, kitten Sientje. Dinah spoelt snel haar mond. Met spraakwater. Kan niet anders. Voordat we aan Dinah’s dromen toekomen, zijn we namelijk al een uur en een volle theepot verder… 

Op 17-jarige leeftijd verliet Dinah het ouderlijk huis in Alphen aan de Rijn om naar de Toneelschool in Maastricht te gaan. Niet lang daarna ging ze samenwonen in een boerderij net over de grens met België. Dinah: “Dit alles bleek geen succes, zowel mijn relatie als de opleiding. Ook lukte het me niet om in Maastricht te aarden. Ik besloot om auditie te doen bij de Hogeschool voor de Kunsten Constantijn Huygens, afdeling Theater, in Kampen en werd aangenomen. Ik herinner me nog goed het moment dat ik voor het eerst met het boemeltje aankwam in Kampen. Ik was toen 20 en werkelijk: ik kwam thuis. De schoonheid en rust vielen me als eerste op. En iedereen groette elkaar. Een erg open gemeenschap. En nog steeds trouwens! Ik kom iedere dag lieve, leuke mensen tegen die ik niet eerder zag en waar ik tóch een praatje mee maak. Ik heb de opleiding overigens met veel plezier voltooid.”

Theatermaker

“Na mijn opleiding startte ik als dramadocent en theatermaker bij de Van der Capellen Scholengemeenschap in Zwolle en maakte daar voornamelijk met bovenbouwleerlingen grote voorstellingen. Dit betrof niet louter vluchtige stukken, maar ook zwaar geëngageerd werk wat voor de nodige discussie zorgde. Iets wat ik tegenwoordig nog steeds doe. Ik loop bijvoorbeeld tegen een kwestie aan die me raakt en wil hier dan een theatervoorstelling van maken. Daarvoor moet onderzoek worden gedaan. Vervolgens doorloop je, samen met degenen die het stuk uiteindelijk opvoeren, het gehele proces om tot een resultaat te komen. De voorstelling die we uiteindelijk laten zien, is eigenlijk een voorstel naar het publiek. Ik maak nu bijvoorbeeld met leerlingen van het Michael College een voorstelling over Emmet Till. Dit is een Amerikaans jongetje in de jaren 50 die vermoord is omdat hij naar een blanke vrouw floot. Zijn moeder baarde hem op in een kist met een glazen deksel. Erg opzienbarend toentertijd. Heel Chicago liep langs de baar. Dat was in de periode van de Afrikaans-Amerikaanse Civil Rights Movement. Ik vertelde het verhaal aan de kinderen zonder erbij te vermelden dat Emmet’s huidskleur donker was. Dat deed ik pas later. En ook dat het fluiten naar de vrouw als grapje was bedoeld. Het raakte de kinderen enorm.”

Grens schuift op

“Het valt me sowieso op dat de grens van wat sociaal acceptabel is, steeds verder opschuift. Ik ben met stomheid geslagen wanneer ik bijvoorbeeld de generaliserende uitspraken over moslims hoor. Hoe vaak moeten we deze grens nog opschuiven? Hebben we niet genoeg geleerd van het verleden? Het is een vast patroon dat er een sterke leider opstaat die angst bij mensen weet te zaaien en deze vervolgens versterkt. Zo’n persoon zoekt een zondebok en vervolgens wordt een groep mensen gedemoniseerd. Worden als engerds neergezet. Negatieve acties worden als voorbeeld voor een hele groep of zelfs populatie genoemd. Via Facebook probeer ik hierover discussies aan te zwengelen en ik reageer op racistische uitspraken. In de dialoog met leerlingen breng ik discriminatie ook aan te orde. Onderwijs vind ik namelijk een belangrijke manier om bewustwording van onze rol in de geschiedenis en huidige verantwoordelijkheid jegens discriminatie te bereiken. De term ‘gelukszoekers’? Hebben wij als westerlingen het recht – ook gezien onze voorgeschiedenis – om zo over mensen te spreken die proberen ergens in deze wereld een veilig onderkomen te vinden?”

Veganist

Ik ben altijd dol op dieren geweest. Ik ben zelfs een ‘speciest’, dat wil zeggen dat ik ook geen discriminatie onder dieren tolereer. Katten en honden eet ik niet, dus ook geen varkens, koeien en/of vissen. Eerst was ik vegetariër en sinds augustus vorig jaar veganist. Ik zag er eerlijk gezegd best tegenop en vroeg me af of ik wel zonder kaas, zuivel en mijn eitje kon. Toch heb ik de stap genomen en heb totaal geen spijt. Sterker nog, het stelt niets voor! Er is genoeg variatie in voedsel te vinden. Een belangrijke reden om deze stap te zetten is dat ik ervan overtuigd ben dat dieren ook wezens met gevoel zijn. Zij voelen angst en hebben behoefte aan contact. Willen een band opbouwen. Dieren zijn niet van ons, maar van zichzelf. De mens heeft geen alleenrecht op het dier. Ook bestaat er geen humane manier om een dier te doden. Ja, alleen met een spuitje, maar dan mag het niet meer gegeten worden. De dood is voor dieren geen mooi proces. Als slachthuizen glazen muren hadden, zou niemand meer vlees eten. En het trieste is dat we het dier als voedsel helemaal niet nodig hebben. Het is pure luxe! En daarvoor laten wij dieren lijden. Door veganistisch te eten, probeer ik mijn steentje bij te dragen om dit lijden te voorkomen. Een overweging en actie die enorm bevrijdend werken!”

Een grote of kleine boerderij.

“Niet alleen dieren, maar ook jongvolwassenen, zijn mijn favoriete doelgroep. Eén waarmee ik graag samenwerk en waar ik me voor inzet. In het bijzonder wil ik iets kunnen betekenen voor pubers die ergens in hun leven beschadigd zijn. Wat ik dan ook erg graag zou willen is een vrijplaats, opvangplek, reddingshuis of iets van die strekking voor zowel beschadigde pubers als dieren. Dit met als doel om elkaar te genezen, levenslust te brengen en van elkaar te leren. Mijn droom is om deze twee samen te brengen. Omdat ik geloof dat er dan aan twee kanten iets gebeurt wat voor beide partijen helend werkt. Ook Kampen heeft helaas beschadigde pubers én dieren. Om mijn droom mogelijk te maken heb ik een grote boerderij nodig. Een kleine mag ook, of een trailer op een weiland. Ook goed! Maar wel een locatie met land en stallen. Ik ben ervan overtuigd dat dit concept kan werken. Want stel, ik word zelf beschadigd, bijvoorbeeld door gebeurtenissen uit mijn leven en ik zie op straat een kat als Sientje. Ik verzorg haar en draag bij aan haar genezing, dan voel ik me daarna ook beter. Zo van: ik heb iets voor een levend wezen kunnen betekenen. Dus ik doe ertoe.”

LAAT EEN REACTIE ACHTER

GEEF JOUW REACTIE
GEEF JOUW NAAM OP