Uit cijfers van De Hypotheekshop blijkt dat het gemiddelde huishoudinkomen bij hypotheekaanvragen in 2020 € 74.179 is. Tweeverdieners met een modaal inkomen zitten daar 12% onder (€ 65.000). Voor eenverdieners met een modaal inkomen is het helemaal onbegonnen werk om mee te doen in de biedingenstrijd. Zij zitten maar liefst 51% onder het gemiddelde huishoudinkomen (€ 36.500). Met normale inkomens wordt het haast onmogelijk om je droomhuis te kopen. In Overijssel ligt het gemiddelde huishoudinkomen bij hypotheekaanvragen met € 65.607 lager dan het landelijk gemiddelde.

De afgelopen vier jaar zijn de gemiddelde huizenprijzen met ongeveer 30% gestegen. De lonen -zeker de modale inkomens- hebben niet zo’n groeispurt gemaakt. Daarbij komt dat er een enorm woningtekort is, waardoor de beschikbaarheid van betaalbare woningen nog verder daalt. Er wordt immers meer geboden; vaak boven de vraagprijs. Volgens Mark de Rijke, directeur van De Hypotheekshop, moeten we als maatschappij nu vol inzetten op de bouw van betaalbare woningen voor mensen met modale inkomens. Helemaal nu het kabinet een drempelwaarde voor de bouw in wil voeren; een advies van de commissie-Remkes. De bouwsector stoot relatief weinig stikstof uit, maar werd wel hard geraakt toen de vergunningverlening stil kwam te liggen.

Bouw voor modale inkomens
Om aan de groeiende vraag te voldoen, moeten tot 2030 in totaal 845.000 woningen gebouwd worden, zo bleek onlangs uit de ‘Staat van de woningmarkt 2020’. Het kabinet wil daarbij komen tot meer koop- en huurwoningen voor starters en middeninkomens. Nu de wil er is en alle drempels zijn weggenomen, is het tijd voor actie. Bouw per direct voor de mensen met modale inkomens en vergeet daarbij vooral de starters niet. Ook zij hebben het recht op betaalbare woonruimte, bijvoorbeeld via een koopwoning.

Financier voor modale inkomens
Naast dat het aantal woningen moet toenemen, dienen ook de financieringsmogelijkheden voor modale inkomens te worden vergroot. Een mogelijke variant is de terugkoopregeling nieuwe stijl. Hierbij krijgt de koper bij aankoop een korting op de marktwaarde. Bij verkoop wordt winst of verlies gedeeld. Ontwikkelaars, aannemers, beleggers en gemeenten kunnen hier een rol in nemen. Maar ook de landelijke herinvoering van de starterslening van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) is een reële optie. Steeds meer gemeenten stellen weer startersleningen beschikbaar of verhogen het budget daarvoor, maar dit gebeurt lang niet overal. Pas als woningen weer beschikbaar én betaalbaar worden, lossen we de woningnood in Nederland op.