‘Ik zou wel willen dansen, maar ik kan niet meer’
Door Alex de Jong @ Attest Communicatie
KAMPEN – Het was de vijfde en laatste avond van Kagas’ jubileumcadeau. Vrijdag 20 september genoten ruim zeventig bewoners van De Vijverhof en hun familie van het optreden ‘Gouwe ouwe’ van Stichting De Tijdmachine. Met muziek uit de tijd dat de bewoners zelf nog jong waren. ‘Vroeger danste ik de hele avond, maar nu kan ik dat niet meer’, zo klonk het. Maar gelukkig konden de bewoners nog wel uit volle borst meezingen.
Ooit zag Gerrit Juffer de mensen van De Tijdmachine optreden, en hij was meteen verkocht. ‘Ik wilde dat dolgraag aan verzorgingscentra in onze gemeente aanbieden, maar ik zocht alleen nog naar een goed excuus.’ Dat excuus werd het bedrijfsjubileum. Kagas bestaat dit jaar alweer veertig jaar. Dat werd gevierd met door Kagas betaalde optredens van Stichting De Tijdmachine in Myosotis en Margaretha, Het Torenkoor in de Maarlenhof, een D.E.V. Koffieconcert in de Amandelboom én opnieuw met De Tijdmachine, als afsluiter van de ‘tour’, in De Vijverhof. Plaatselijke muzikanten Geert Leurink en Gertjan van der Weerd presenteerden op enthousiaste wijze diverse Engels- en Nederlandstalige liedjes uit de jaren zestig.
Polaroidfoto
Lachende, vrolijke gezichten overal om mij heen. De liedjes van Gerard Cox, Cliff Richard, Louis Armstrong, de Everly Brothers en Elvis werden met duidelijk plezier ontvangen. Er werd vrolijk meegeklapt en -gezongen. Ondertussen maakten de dames van De Tijdmachine her en der foto’s van de bewoners. Met een ‘ouderwetse’ polaroid camera, zodat het resultaat al snel zichtbaar zal worden. Ik moet in stilte lachen wanneer een oude heer netjes rechtop gaat zitten, zodat de jonge blom een mooie foto van hem kan maken. Hij heeft er plezier in en dat snap ik.
Ook hier oogst ik, net als bij de andere optredens, nieuwsgierige blikken. Je hoort de mensen denken: ‘wie is toch die man die zo met de pen in de weer is?’ Als Gertjan ‘Love me tender’ inzet, zingt een oudere dame in mijn omgeving vol overgave mee; daarbij naar mij kijkend en lachend. Sjanst ze nu met me? Eén ding is zeker: de stemming zit erin. Mooi.
Fuifnummer
Vooral enkele mannelijke bewoners van Philadelphia, die sinds enige tijd ook hun intrek bij De Vijverhof hebben genomen, blijken ware fuifnummers. Ze zijn doorlopend op de dansvloer te vinden, flankeren bij tijd en wijle de twee muzikanten en hebben de avond van hun leven.
Tijdens de pauze worden drankjes uitgedeeld, gaan er hapjes rond en lepelt menigeen een advocaatje met slagroom weg. Het maakt de stemming er na de pauze nog beter op.
Met hernieuwd enthousiasme wordt er meegezongen en -gedeind. Als de zangers ‘Daar komt Gerrit met de waterpomptang’ inzetten, voelt Gerrit Juffer van Kagas nattigheid. Ieder optreden was hij er, geflankeerd door vrouw en dochter, bij. Steeds opnieuw nam hij in stilzwijgen, achter in de zaal, de dankbetuigingen aan het adres van Kagas in ontvangst. ‘Ik hoef niet op de voorgrond te staan’, vertelde hij mij. ‘Ik doe dit niet voor Kagas of voor mezelf, maar voor de bewoners.’ Toch moet hij er vanavond aan geloven en staat hij een kort moment in de belangstelling. Naast een mooi bos bloemen krijgt hij, geheel in stijl met het ‘Gouwe Ouwe’ thema van vanavond, een retro platenspeler én een tas met enkele elpees uit de muzikale periode van vanavond.
Kagas-lied en voetbalclub
Als ik rondloop, indrukken opschrijf en foto’s maak, word ik aangesproken door Abel Kars (76), die sinds enkele jaren, samen met zijn vrouw, in De Vijverhof woont. Hij vertelt honderduit. Zo ook over het plaatje dat Rafaël, een Kamper zanger van weleer, bijna veertig jaar geleden voor Kagas heeft gemaakt. Tevens was er in die tijd een heus Kagas zaalvoetbalteam. ‘Maar de naam Kagas mocht toen nog niet aan een voetbalteam verbonden worden. Dat was reclame en daarmee ten strengste verboden’, vertelt de man terwijl aan zijn oorlel een gouden oorbel met schip bungelt. ‘Daarom noemden we ons team O.P.K.A.G.A.S. Dat stond voor Oud Piraten Kampen Als Gezonde Amateur Sport. Dat mocht dan weer wel van de KNVB’, klinkt het met een lach. En hij wil graag weten of Warner Hup soms achter in de zaal zit. Als ik vertel dat die al heel lang geen directeur-eigenaar meer is, zie je de berusting. Ach ja, tijden veranderen.
Dat weten ook de twee dames, die na afloop nog even blijven zitten. Ze hebben een ‘geweldige avond’ gehad. Vroeger dansten ze veel, maar tegenwoordig lukt dat niet meer. ‘Maar zingen kunnen we nog wel.’ En dat hebben ze vol overgave gedaan. Een andere dame vertelt van de polaroid die er eerder deze avond van haar gemaakt is. ‘Dat was wel even schrikken’, zegt ze met een glimlach. ‘Hoezo?’, vraag ik. ‘U ziet uzelf toch ook iedere dag in de spiegel?’ Dus houdt ze me de foto voor. Ik begrijp wat ze bedoelt. De kleuren zijn flets en hoewel de gelijkenis er zeker is, lijkt de vrouw op de foto tegelijkertijd ook weer niet op haar. ‘Mijn moeder had daar vroeger een leuk antwoord op’, vertelt ze. ‘De foto is wel goed, maar jij wilt gewoon mooier zijn dan je in werkelijkheid bent.’ Daar kunnen we samen smakelijk om lachen.